Luchtvoorschriften voor parkeergarages
Deze pagina gaat in op de luchtvoorschriften voor parkeergarages. De voorschriften zijn ook van toepassing voor vergunningplichtige bedrijven type C. Naast het Activiteitenbesluit stelt het Bouwbesluit eisen aan ventilatieaspecten bij het stallen van motorvoertuigen. Ook zijn ruimtelijke ordening en luchtkwaliteit hier van belang.
- Aanzuig- en uitblaasopeningen
- Snelheid uitgeblazen lucht
- Benzeen
- Maatwerk voor luchtkwaliteit of geur
- Overgangsrecht geur
Aanzuig- en uitblaasopeningen
Bij mechanische ventilatie moeten de aanzuigopeningen in een verkeersluwe omgeving worden aangebracht. Is dit niet mogelijk, dan moeten de aanzuigopeningen op ten minste 5 meter boven straatniveau liggen. Ook moeten de aanzuigopeningen buiten de invloed van de uitblaasopeningen liggen. Dit voorkomt dat uitgeblazen lucht weer naar binnen wordt gezogen.
Ligt binnen 25 meter van de uitblaasopening een gebouw met een daklijn meer dan 5 meter boven straatniveau, dan moet de uitblaasopening ten minste één meter boven de hoogste daklijn van dat gebouw uitkomen.
Snelheid uitgeblazen lucht
Bij mechanische ventilatie gelden eisen aan de snelheid van de uitgeblazen lucht bij de rand van de uitblaasopening. Deze snelheid is minimaal 10 meter per seconde. Er geldt geen maximale snelheid voor de uitgeblazen lucht. Geadviseerd wordt een maximale uittreesnelheid van 15 meter per seconde aan te houden. Bij een hogere snelheid kan namelijk geluidsoverlast ontstaan.
Het bevoegd gezag controleert of het bedrijf aan de voorschriften voldoet. In plaats van de uittreesnelheid te meten, kan het bevoegd gezag de ook controleren door de totale ventilatiecapaciteit (m3/s) te delen door de totale oppervlakte van de uitlaatopeningen van alle ventilatoren (m2).
Benzeen
Bij parkeergarages heeft vooral de verkeersaantrekkende werking invloed op luchtkwaliteit. Hiermee moet al bij de bestemmingsplanfase rekening worden gehouden. De luchtkwaliteitseisen uit de Wet milieubeheer voor benzeen mogen niet overschreden worden. Gebeurt dit wel dan stelt het bevoegd gezag aanvullende maatwerkvoorschriften op om de benzeenemissie te beperken.
Maatwerk voor luchtkwaliteit en geur
Het bevoegd gezag kan aanvullende eisen stellen via maatwerkvoorschriften voor:
- de aanzuigopeningen en uitblaasopeningen
- de uitvoering en het onderhoud van de ventilatoren
Dit kan alleen als dit nodig is voor de luchtkwaliteit of ter beperking van geurhinder.
Overgangsrecht geur
De eisen voor de aanzuig- en uitblaasopeningen en de snelheid van de uitgeblazen lucht gelden niet voor een bedrijf dat al bestond voordat het Activiteitenbesluit in werking trad. Dit overgangsrecht geldt niet als er bij het bedrijf een verandering plaats vindt waardoor de geurbelasting toeneemt.