Bescherming tegen geluid van buiten
Het Bouwbesluit 2012 stelt in afdeling 3.1 eisen aan de geluidwering voor geluid van buiten.
De opbouw van afdeling 3.1 is als volgt:
- Artikel 3.1. Aansturingsartikel.
Dit artikel regelt, via tabel 3.1, welk beschermingsniveau geldt voor welke gebruiksfunctie; - Artikel 3.2. Geluid van buiten.
Dit artikel regelt de minimale geluidwering van de gevel bij nieuwbouw voor de aangewezen gebruiksfuncties; - Artikel 3.3. Industrie-, weg- of spoorweglawaai.
Dit artikel regelt de geluidwering van de gevel bij nieuwbouw voor industrie-, weg- of spoorweglawaai in situaties dat er een besluit hogere waarden is genomen volgens de Wet geluidhinder of de Tracéwet; - Artikel 3.4. Luchtvaartlawaai.Dit artikel regelt de geluidwering van de gevel bij nieuwbouw voor luchtvaartlawaai in een beperkingengebied of Ke-geluidzone van de Wet luchtvaart.
- Artikel 3.5 Verbouw.
Dit artikel regelt de eisen aan de geluidwering van de gevel bij gedeeltelijk vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk in situaties waarbij artikel 3.2 t/m 3.4 van toepassing is; - Artikel 3.6 Tijdelijke bouw.
Dit artikel regelt de eisen aan de geluidwering van de gevel bij een tijdelijk bouwwerk in situaties waarbij artikel 3.2 t/m 3.4 van toepassing is.
Afdeling 3.1 stelt eisen aan een beperkt aantal gebruiksfuncties. Voor deze aangewezen gebruiksfuncties gelden verschillende eisen voor nieuwbouw, verbouw en tijdelijke bouw.
Minimum eis uitwendige scheidingsconstructie
Op basis van artikel 3.2 geldt een minimale geluidwering van 20 dB voor een uitwendige scheidingsconstructie van een verblijfsgebied (gebruiksgebied of een gedeelte daarvan voor het verblijven van personen). Deze minimumeis geldt (op basis van tabel 3.1) voor nieuwbouw van gebouwen met een woonfunctie (inclusief woonwagens!), kinderopvang, gezondheidszorgfunctie of een onderwijsfunctie (voor verbouw, zie artikel 3.5).
NB. Deze minimumeis geldt voor gebouwen met bovenstaande gebruiksfuncties in alle situaties, dus ook voor bijvoorbeeld langs een 30 km weg of op een gezoneerd industrieterrein.
Bescherming tegen industrie-, weg- of spoorweglawaai
Eis uitwendige scheidingsconstructie van een verblijfsgebied
Het eerste lid van artikel 3.3 geeft voor verblijfsgebieden in het algemeen (met uitzondering van bedgebied) aan hoe gehandeld moet worden in die gevallen waarbij een besluit hogere waarden is genomen (op basis van de Wet geluidhinder of de Tracéwet). Dan geldt de eis dat de geluidwering van deze uitwendige scheidingsconstructie het verschil is tussen de hoogst toelaatbare geluidbelasting (uit het besluit hogere waarden) en 35 dB(A) bij industrielawaai of 33 dB bij weg- of spoorweglawaai.
Deze eis geldt (op basis van tabel 3.1) voor gebouwen met een woonfunctie (exclusief een woonwagen), kinderopvang, gezondheidszorgfunctie en een onderwijsfunctie.
N.B. De ingevolge artikel 110g Wet geluidhinder toe te passen aftrek op het equivalente geluidsniveau, vanwege een weg, van de gevel van woningen of van andere geluidsgevoelige gebouwen of aan de grens van geluidsgevoelige terreinen bedraagt 0 dB bij toepassing van de artikelen 3.2 en 3.3 van het Bouwbesluit 2012. Dit is geregeld in artikel 3/4 Reken- en meetvoorschrift geluid 2012.
Eis uitwendige scheidingsconstructie van een bedgebied
Het tweede lid van artikel 3.3 geeft een nadere eis voor een verblijfsgebied waarin wordt geslapen (bedgebied). Voor dergelijke ruimten moet de karakteristieke geluidwering 5 dB zwaarder zijn dan op grond van het eerste lid. Deze eis geldt (op basis van tabel 3.1) voor gebouwen voor kinderopvang of een gezondheidszorgfunctie.
Bepaling geluidsbelasting op de gevel
De geluidsbelasting op de gevel mag ook worden bepaald volgens het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012. Bij de aanvraag om vergunning moet dan een berekening van de individuele geluidbelasting op de gevel worden gevoegd. Dit voorschrift mag volgens het derde lid van artikel 3.3 worden toegepast als dit gunstiger uitkomt voor de karakteristieke geluidwering.
Eis inwendige scheidingsconstructie van een verblijfsgebied grenzend aan een functiegebied
Dit vierde lid van artikel 3.3 stelt een eis aan een inwendige scheidingsconstructie van een verblijfgebied en een bedgebied in de situatie wanneer een verblijfsgebied aan een zijde grenst aan een ruimte waarvoor geen eisen aan de geluidwering gelden. Deze inwendige scheidingswand inclusief het geluidwerende effect van tussenliggende ruimten en constructieonderdelen moet , zodanig geluidwerend moet zijn dat in het verblijfsgebied het kwaliteitsniveau van lid 1 of voor een bedgebied het kwaliteitsniveau van lid 2 wordt gehaald. Deze eis geldt (op basis van tabel 3.1) voor gebouwen met een woonfunctie (exclusief een woonwagen), kinderopvang, gezondheidszorgfunctie en een onderwijsfunctie.
Eis scheidingsconstructies van een verblijfsruimte die onder lid 1, 2 en 4 vallen
Een scheidingsconstructie als bedoeld in het eerste tot en met vierde lid van een verblijfsruimte heeft een volgens NEN 5077 bepaalde karakteristieke geluidwering die maximaal 2 dB of dB(A) lager is dan de karakteristieke geluidwering als bedoeld in het eerste tot en met derde lid van het verblijfsgebied waarin de verblijfsruimte ligt.
Dit vijfde lid waarborgt dat er in elke afzonderlijke verblijfsruimte een aanvaardbaar geluidsniveau optreedt. Het geluidsniveau in het verblijfsgebied is op grond van de bepalingswijze van NEN 5077 afhankelijk van de geluidsniveau's van de verschillende verblijfsruimten behorende tot het verblijfsgebied.
Deze eis geldt (op basis van tabel 3.1) voor gebouwen met een woonfunctie (exclusief een woonwagen), kinderopvang, gezondheidszorgfunctie en een onderwijsfunctie.
Bescherming tegen luchtvaartlawaai
De structuur van artikel 3.4 is nagenoeg gelijk aan die van artikel 3.3. Het eerste lid van artikel 3.4 richt zich op militaire luchthavens. Het tweede lid heeft uitsluitend betrekking op de burgerluchtvaart. Het derde lid heeft betrekking op structureel uitgevoerd nachtelijk vliegverkeer. Dit is alleen toegestaan bij Schiphol.
Bescherming in geval van verbouw
Artikel 3.5 geeft een voorschrift voor het gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of het vergroten van een bouwwerk. Daarbij behoeft de karakteristieke geluidwering van de uitwendige scheidingsconstructie niet beter te zijn dan het rechtens verkregen niveau. Dit is ook van toepassing bij een functieverandering, bijvoorbeeld de transformatie van kantoor naar woningen.
Op het geheel vernieuwen zijn de nieuwbouwvoorschriften onverkort van toepassing. Artikel 1.12 bepaalt namelijk dat tenzij anders is bepaald de nieuwbouwvoorschriften van toepassing zijn.
Deze eis geldt (op basis van tabel 3.1) voor gebouwen met een woonfunctie (exclusief een woonwagen), kinderopvang, gezondheidszorgfunctie en een onderwijsfunctie.
Bescherming in geval van tijdelijke bouw
Artikel 3.6 bepaalt in het eerste lid dat op tijdelijke bouwwerken de artikelen 3.2 tot en met 3.4 van overeenkomstige toepassing zijn. Daarbij kan worden uitgegaan van een karakteristieke geluidwering die 10 dB of dB(A) lager is. Het eisenniveau is dus 10 dB of dB(A) lager dan bij reguliere nieuwbouw.
Het tweede lid bepaald dat bij toepassing van artikel 3.4, derde lid, (luchtvaartlawaai) moet worden uitgegaan van een karakteristiek geluidniveau van ten hoogste 30 dB in plaats van 28 dB. Het eisenniveau in een bedgebied is dus bij tijdelijke bouw 2 dB lager dan bij reguliere nieuwbouw.
Deze eis geldt (op basis van tabel 3.1) voor gebouwen met een woonfunctie (exclusief een woonwagen), kinderopvang, gezondheidszorgfunctie en een onderwijsfunctie.
Helpdesk Bouwregelgeving en Brandveilig gebruik
De helpdesk InfoMil beantwoord geen vragen over het bouwbesluit. De Helpdesk Bouwregelgeving en Brandveilig gebruik beantwoordt vragen over de interpretatie en toepassing van de Woningwet, het Bouwbesluit 2012 de regels rondom (bouw)vergunningsvrij bouwen en het aanvragen van een omgevingsvergunning bouwen. Vragen over de Wet op de ruimtelijke ordening en gemeentelijke bouwregelgeving zoals bestemmingsplannen en leges kunnen door de Helpdesk Bouwregelgeving niet worden beantwoord. De Helpdesk Bouwregelgeving toetst geen bouwplannen en geeft geen adviezen over concrete bouwplannen.