E03.98.0155 Etten-Leur

Onderwerp: Directe ammoniakschade, toekomstige ontwikkelingen, afstandsmeting

Inleiding:
Appellanten willen in verband met ruilverkaveling op een aangrenzend perceel tuinbouwgewassen gaan telen. Aan de orde komt in hoeverre het bevoegd gezag hiermee bij de beoordeling van het aspect directe ammoniakschade rekening dient te houden. Ook komt aan de orde hoe de bepaling van de afstand bij die beoordeling dient plaats te vinden.

Afdeling:
Ingevolge artikel 8.8, eerste lid, aanhef en onder c Wm moet het bevoegd gezag de redelijkerwijs te verwachten ontwikkelingen die van belang zijn met het oog op de bescherming van het milieu, betrekken (toekomstige ontwikkeling). Als onomstreden staat vast dat het ten tijde van het nemen van het besluit voldoende duidelijk was dat appellanten een perceel dat grenst aan de noordzijde van de inrichting toebedeeld zouden krijgen. Verder blijkt dat voor de hand lag dat zij dit perceel zouden gaan gebruiken als tuinbouwgrond. Gelet op voorstaande hadden verweerders bij de toetsing van de aanvraag om vergunning aan het Rapport Stallucht en Planten 1981 rekening moeten houden met het te verwachten gebruik van voornoemd perceel.

Bij de aan te houden afstand moet volgens het rapport worden uitgegaan van de afstand van het gevoelige object tot de dichtstbijzijnde gevel van de dichtstbijzijnde stal.  Verweerders hebben bepleit dat moet worden uitgegaan van de afstand tot het 'zwaartepunt' van de afzonderlijke emissies uit de stallen. Ze stellen dat in afwijking van het rapport in dit geval kan worden gemeten vanaf het dichtstbijgelegen emissiepunt, omdat daar daadwerkelijk de ammoniak wordt uitgestoten. De Afdeling gaat hier niet mee akkoord. De aanbevolen afstanden zijn gebaseerd op onderzoeksresultaten van een geconcentreerde uitstoot van ammoniak. Daarnaast zijn de aanbevolen afstanden niet rechtstreeks gerelateerd aan de weergegeven (absoluut) veilige afstanden; bij de bepaling van de aanbevolen afstanden zijn met name praktijkervaringen en de reële kans op beschadiging betrokken. Door een afwijkende afstandsmeting worden de aanbevelingen doorkruist zonder dat daarbij duidelijk is dat dit niet leidt tot een groter risico op gewasbeschadiging.

Datum uitspraak:
20 juli 2000
Zaaknummer:
E03.98.0155
Vindplaats:
AgriSelect2000-9/6.6, ABkort2000-31/501, KV D-4/35
Instantie:
gemeente