E03.98.1215 Houten

Onderwerp: Categorie-indeling, kerk, dagrecreatie, categorie II/III, stankhinder

Inleiding:
Appellant voert aan dat de kerk is aan te merken als een categorie II-object. Verweerders zijn van opvatting dat voor deze in het buitengebied gelegen kerk een categorie III-bescherming voldoende is.

Afdeling:
De Afdeling overweegt dat de Brochure 1985 zwembaden en  speeltuinen noemt als voorbeelden voor objecten voor dagrecreatie die vallen binnen de categorie II-indeling.  Dit wijst  erop dat slechts objecten die regelmatig door een niet onaanzienlijk aantal mensen worden bezocht en waarin deze zich binnen een zekere begrenzing bevinden, als objecten voor dagrecreatie kunnen worden aangemerkt. Gebleken is dat de kerk in de regel twee avonden per week en op zondag wordt gebruikt. Gelet hierop is de Afdeling van oordeel dat deze kerk niet kan worden aangemerkt als een object voor dagrecreatie als bedoeld in de Brochure 1985.  Evenmin is gebleken dat in de directe omgeving van de inrichting sprake is van niet-agrarische lintbebouwing dan wel meerdere verspreid liggende agrarische bebouwingen die aan het gebied een bepaalde woonfunctie geven als gevolg waarvan sprake is van categorie II als bedoeld in de Brochure 1985. Verweerders hebben zich terecht op het standpunt gesteld dat de omgeving van de inrichting kan worden gekwalificeerd als een categorie III-omgeving.

Datum uitspraak:
12 mei 2000
Zaaknummer:
E03.98.1215
Vindplaats:
JM 2000-8/116, Nieuwsbrief StAB 2000-3/K42
Instantie:
gemeente