200000335/1 Bernheze

Onderwerp: Wel of geen bedrijfswoning, categorie-indeling, stankhinder

Inleiding:
Appellant (de vergunninghouder) betoogt dat de woning A en woning B zijn gelegen in omgevingscategorie IV en niet in categorie III. Woning A is een voormalige agrarische bedrijfswoning, waar 's zomers op het bijbehorende weiland rundvee wordt geweid en waar bedrijfsmatig paarden worden afgericht en getraind; woning B heeft een functionele binding met de inrichting, omdat de bewoner bij afwezigheid van appellant en tijdens pieken, tussen 14 en 20 uur per maand, tegen vergoeding hulp biedt, aldus appellant.

Afdeling:
..(") Met betrekking tot woning (..A) is de Afdeling van oordeel dat verweerders zich op goede gronden op het standpunt hebben gesteld dat deze moet worden aangemerkt als gelegen in  omgevingscategorie III als bedoeld in de brochure. De omstandigheid dat in de weide naast de desbetreffende woning in de zomermaanden rundvee wordt ingeschaard, maakt niet dat deze woning moet worden aangemerkt als agrarische bebouwing, mede gelet op de omstandigheid dat het rundvee niet toebehoort aan de bewoners van de woning. Dat een tweetal paarden ter plaatse door de bewoonster op contractbasis met een elders gevestigde paardenhouderij worden afgericht en bereden, heeft, mede gezien de beperkte omvang van die activiteit, niet tot gevolg dat ter plaatse niet kan worden gesproken van een categorie III-situatie. De omstandigheid dat de woning een voormalige agrarische bedrijfswoning is en dat verweerders in een vroeger besluit zijn uitgegaan van omgevingscategorie IV, doet evenmin af aan de juistheid van hun standpunt. (")..

..(") Met betrekking tot woning (..B) overweegt de Afdeling dat (..de bewoner) blijkens zijn verklaring bij afwezigheid van de bedrijfsvoerder en tijdens pieken 'een helpende hand' uitsteekt en aldus wellicht met enige frequentie maar naar haar aard niet meer dan incidenteel hulp biedt. Onder deze omstandigheden is er onvoldoende grond voor het oordeel dat deze woning een zodanige functionele binding heeft met onderhavige inrichting dat deze behoort tot de sfeer van de inrichting. Dat (..de bewoner) voor zijn hulp een vergoeding ontvangt, doet aan dit oordeel niet aan af, temeer omdat geen sprake is van een arbeidsovereenkomst. Ook kan deze woning niet worden aangemerkt als een agrarische bedrijfswoning. Verweerders hebben derhalve deze woning op goede gronden aangemerkt als gelegen in een omgevingscategorie III als bedoeld in de brochure. Dat de woning een voormalige agrarische bedrijfswoning is, doet aan dit oordeel niet af, aangezien verweerders aannemelijk hebben gemaakt dat de woning reeds een groot aantal jaren alleen een woonfunctie heeft.(")..

Datum uitspraak:
11 juli 2001
Zaaknummer:
200000335/1
Vindplaats:
AB Kort 2001-30/441, M en R Kort 2001-10/207K, M en R 2002-5/65,
Instantie:
gemeente