Activiteit binnen een voor NIBM uitgezonderd gebied en categorie

In deze stap gaat u na of:

  • het gaat om een inrichting waarin landbouwhuisdieren worden gehouden
  • de activiteit gepland is in een voor NIBM uitgezonderd gebied
  • de totale uitstoot van fijnstof in de beoogde situatie groter is dan 800 kilogram per jaar. Het gaat hierbij dus om de totale uitstoot van fijnstof: dus niet alleen om de uitstoot als gevolg van de aangevraagde wijziging(en).

Stappenplan par 41

Als een activiteit aan bovenstaande criteria voldoet, dan is een deel van de stappen uit het schema niet van toepassing. Het volgende hoofdstuk bevat een toelichting op het begrip NIBM met het bijbehorende wettelijk kader.

De uitgezonderde gebieden betreffen delen van de volgende gemeenten:

  • Asten
  • Nederweert
  • Deurne
  • Barneveld
  • Ede
  • Renswoude
  • Scherpenzeel

Voor de ligging van de gebieden zie bijlage 5 van de Regeling nibm-bijdragen. Zie ook de beschrijving over deze gebieden bij de toelichting op het wettelijke kader.

De aanleiding om gebieden aan te wijzen vormen de resultaten van de NSL Monitoring. Uit de jaarlijkse monitoring blijkt dat overschrijdingen van de grenswaarden voor fijnstof vooral ontstaan in deze gebieden. Dit komt door de grote concentratie intensieve veehouderijen in de gebieden. Daardoor kennen deze gebieden ook een hoge achtergrondconcentratie fijnstof. Voor de aanpak van de overschrijdingen moeten de achtergrondconcentraties afnemen.

Gebruik van de NIBM grond in deze gebieden kan bijdragen aan verhoging van de achtergrondconcentraties. Dat kan ook leiden tot nieuwe overschrijdingen. Om die redenen zijn gebieden met vrij hoge achtergrondconcentraties aangewezen. Dit zijn dan gebieden waar het bevoegd gezag geen gebruik mag maken van de NIBM grond. Het gaat dan om nieuwe activiteiten binnen bedrijven met een relatief hoge emissie fijnstof (> 800 kg/jaar).

Als een activiteit niet valt binnen een voor NIBM uitgezonderd gebied en categorie, dan mag het bevoegd gezag de NIBM grond toepassen.