Toename NIBM

Vaak is de toename zo klein dat hij niet in betekenende mate bijdraagt aan de concentratie fijnstof.

Stappenplan par 41

In dat geval is toetsing aan de grenswaarden niet nodig. De toename is NIBM als:

  1. de activiteit valt binnen de categorieën die zijn genoemd in de Regeling NIBM
  2. de toename gelijk is aan of minder is dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde voor PM10 en NO2 (< 1,2 µg/m3). De grenswaarden voor de jaargemiddelde concentraties van zowel NO2 als PM10 is 40 μg/m3. Dit betekent dat voor beide stoffen een maximale concentratietoename van 1,2 μg/m3 wordt beschouwd als NIBM. Bij deze toets hoort een Besluit en een Regeling Niet In Betekenende Mate Bijdragen.

Als de activiteit valt binnen de categorieën die zijn genoemd in de Regeling NIBM dan wijst de Regeling NIBM de volgende categorieën agrarische bedrijven aan, die als inrichting beschouwd altijd NIBM bijdragen.

  • akkerbouwbedrijven en tuinbouwbedrijven met open teelt
  • bedrijven met bedekte teelt (zoals witloftrekkerijen en teelt van eetbare paddenstoelen)
  • onverwarmde glastuinbouwbedrijven
  • glastuinbouwbedrijven met kassen van hoogstens 0,7 hectare
  • kinderboerderijen

Om te bepalen of de toename meer of minder is dan 3% (2) moeten in beginsel verspreidingsberekeningen worden uitgevoerd op een maatgevend toetspunt (zie juridisch kader voor een toelichting). De rekenmethode moet voldoen aan de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007.

Het bevoegd gezag kan in bepaalde situaties ook de vuistregels uit deze handreiking gebruiken. Zie ook tabel 1 onder het kopje “Vuistregel voor veehouderijen

Stappenplan par 43b2