Dwangsom - aanschrijving aan wie te richten

Vraag

Dwangsombesluit, wie is de geadresseerde?

Antwoord

Geadresseerde van de last onder dwangsom is de overtreder die het feitelijk en juridisch in zijn macht heeft die overtreding te beëindigen. Dit kunnen meerdere (rechts)personen zijn.

Nadere uitleg: Artikel 5:24 Awb bepaalt dat het bestuursdwangbesluit bekend wordt gemaakt ‘aan de overtreder, aan de rechthebbenden op het gebruik van de zaak ten aanzien waarvan bestuursdwang zal worden toegepast en aan de aanvrager.’

Deze bepaling illustreert dat er bij bestuursdwang meer personen betrokken kunnen zijn dan alleen de overtreder, die soms niet eens bekend is. Zelfs als deze wel bekend is, is deze niet altijd bij uitstek degene die de overtreding kan (doen) beëindigen. Soms ligt dit meer op de weg van anderen, zoals de eigenaar of huurder van het pand. In dat geval moet het besluit aan hen worden gericht. De Wm spreekt op een aantal plaatsen over de vergunninghouder (8.4, 8.12, 8.26). Als vergunninghouder een natuurlijke persoon of rechtspersoon is levert dat geen problemen op. Als de vergunning op naam staat van een “onbepaalde entiteit” dient te worden gekozen voor degene die het feitelijk dan wel juridisch voor het zeggen heeft/in zijn macht heeft de overtreding te beëindigen (de drijver van de inrichting / exploitant), het zgn. “zeggenschapscriterium”. (ABRvS, 25-6-1998, AB 1999, 44)

In sommige gevallen geldt het “gezagscriterium”, bijvoorbeeld in het geval van een faillissement kan aan de curator, omdat deze in een bijzondere gezagsverhouding staat tot de inrichting, een dwangsom worden opgelegd. (ABRvS 11-7-1997, AB 1998, 268, M en R, 1997, 130).

Zie ook de uitspraak in de zaak Thermphos van 23-7-2014, 201310330/1/A4