Waarom hemelwater niet op het riool moet
Afstromend hemelwater is water dat uit de hemel valt zoals: regen, sneeuw en hagel en dauw. De wetgever ziet dit als afvalwater. Door de kwaliteit van hemelwater heeft deze afvalwaterstroom een bijzondere positie. Het gaat namelijk om een schone afvalwaterstroom.
Dit komt ook omdat hemelwater gewoon direct in 'het milieu' kan komen. Voor afstromend hemelwater is het BBT (beste beschikbare techniek) om dit afvalwater zo snel mogelijk in de directe omgeving terug te brengen. Dit volgt uit de voorkeursvolgorde die in artikel 10.29a van de Wm staat. Het is niet de bedoeling om hemelwater op het vuilwaterriool te lozen.
Om hemelwater direct in de omgeving te krijgen is het soms nodig om hemelwater eerst op te slaan. Dit noemt men ook wel het bufferen van hemelwater. Het snel terug brengen van hemelwater kan bijvoorbeeld door het afvalwater te lozen:
- in de bodem
- direct in het oppervlaktewater
- via een hemelwaterriool op oppervlaktewater
Daarom is de eigenaar van een terrein ook als eerste verantwoordelijk voor de afvoer van hemelwater.
Huidige praktijk
In de huidige praktijk loost men hemelwater nog vaak via een gemengd stelsel. Meestal samen met het huishoudelijk afvalwater.
Dit is niet handig. Hemelwater is namelijk zo schoon dat afvoeren via het vuilwaterriool een negatieve invloed heeft op de "goede werking van het waterzuivering technische werk". De RWZI gaat er minder goed door werken. Praktisch uitgelegd betekent dit dat hemelwater dat via een zuiverings-technisch werk in het oppervlaktewater terecht komt, vaak minder schoon is dan voor dat het in het vuilwaterriool terecht kwam.
Hemelwater komt vaak in onverwachte en grote hoeveelheden vrij. Als men dit samen met huishoudelijk afvalwater afvoert, is een relatief groter rioolsysteem nodig. Bij hevige regen kan het vuilwaterriool overlopen: een overstort. Door een overstort komt afvalwater uit dit vuilwaterriool ongezuiverd in het oppervlakte water terecht.
Technische aanpassingen in het vuilwaterriool of de RWZI kunnen deze verontreinigingen verminderen. De kosten voor de zuivering nemen in dat geval toe.
Gewenste praktijk
Het afvloeiend hemelwater moet bij voorkeur lokaal in het milieu terecht komen. Een voorwaarde hiervoor is dat de plekken waar hemelwater valt schoon gehouden wordt.
Deze voorkeur volgt uit de voorkeursvolgorde die in artikel 10.29a van de Wm staat. Het maakt daarbij niet uit bij wie het dat hemelwater valt:
- gebouwen van bedrijven (Activiteitenbesluit) of
- particuliere huizen (Besluit lozing afvalwater huishoudens) of
- in de buitenruimte, zoals een plein of snelweg (Besluit lozen buiteninrichting.
Gemeentelijk rioleringsplan
In het gemeentelijk rioleringsplan (grp) is bepaald of hemelwater wel of niet gescheiden van vuilwater wordt ingezameld. Het vuilwaterriool kán dus wel aangewezen zijn als een hemelwaterriool.
In het grp kan het bevoegde gezag ook bepalen dat zij overgaat tot gescheiden inzameling van afvalwater. Doelstelling is om geen hemelwater meer via het vuilwaterriool in te zamelen. Eventueel vertaald in een gemeentelijk verordening. Dit is een verordening zoals bedoeld in artikel 10.32a van de Wm. Het biedt de mogelijkheid om gebiedsgerichte regels over afvloeiend hemelwater op te stellen.