Omgevingsvergunning natuur

Voor Natura 2000-activiteiten en flora- en fauna-activiteiten kan de initiatiefnemer tegelijk met een aanvraag omgevingsvergunning een omgevingsvergunning natuur (natuurtoestemming) aanvragen. Dit is niet verplicht.

Omgevingsvergunning natuur

Vanaf 1 januari 2017 is er de omgevingsvergunning natuur voor de Natura 2000-activiteiten en flora- en fauna-activiteiten. Deze activiteiten zijn aangewezen in artikel 2.2aa Bor. Het gaat om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder i Wabo.

De aanvrager is niet verplicht om tegelijk met een omgevingsvergunning ook de omgevingsvergunning natuur aan te vragen. Dit is een keuze. Hij kan ook apart een aanvraag of ontheffing Wet natuurbescherming (Wnb) aanvragen. Als de aanvrager een omgevingsvergunning natuur aanvraagt, is geen aparte vergunning of ontheffing Wnb meer nodig. Een omgevingsvergunning natuur is sowieso niet nodig als een vergunning of ontheffing Wnb al is verleend of aangevraagd.

Bevoegd gezag

De omgevingsvergunning natuur wordt aangevraagd bij het bevoegd gezag voor de omgevingsvergunning bedoeld in artikel artikel 2.1, eerste lid, onderdelen a tot en met h van de Wabo. Meestal is dit de gemeente. De gemeente is dan het bevoegd gezag voor de verlening en de bestuurlijke handhaving van de vergunning, inclusief de onderdelen ervan die gaan over deze natuuraspecten. Dit staat in artikel 2.1, eerste lid, en artikel 5.2, eerste lid Wabo.

Toetsing Wet natuurbescherming (VVGB)

De regels voor het beoordelen van de aanvraag staan in artikel 5.21 Bor. Deze regels zijn het toetsingskader uit de Wnb. In artikel 6.10a Bor staat dat een verklaring van geen bedenkingen (VVGB) van de provincie nodig is. De provincie beoordeelt of een activiteit voldoet aan het toetsingskader uit de Wnb. Bij positief oordeel geeft de provincie een VVGB af. Zonder deze verklaring mag de gemeente de omgevingsvergunning natuur niet verlenen. Dit staat in artikel 2.27, eerste lid, Wabo.

Voorschriften verbinden

Zowel de provincie (via de VVGB) als de gemeente kan bepalen dat in de omgevingsvergunning natuur voorschriften moeten staan. Dit staat in artikel 2.27, derde lid Wabo en artikel 5.22 Bor.

In artikel 2.27, derde lid, Wabo staat dat de provincie in de VVGB kan opnemen welke voorschriften in de omgevingsvergunning natuur moeten staan. In artikel 5.22 Bor staat dat als maatregelen nodig zijn, dit in een voorschrift moet staan.

Het wijzigen of intrekken van voorschriften staat in de artikelen 5.23 en 5.24 Bor. De redenen voor intrekking zijn dezelfde als die gelden bij een aparte Wnb-vergunning of -ontheffing. Die redenen staan in artikel 5.4 Wnb. In artikel 5.23 Bor wordt verwezen naar dit artikel. Er wordt alleen verwezen naar artikel 5.4, eerste lid, onderdelen c en d Wnb, omdat de onderdelen a en b al volgen uit artikel 5.19 Wabo.

Geen verplichting tot aanhaken

Het is de keuze van de aanvrager om tegelijk met de omgevingsvergunning een omgevingsvergunning natuur aan te vragen (vrijwillige aanhaking). Aanvrager kan ook apart een Natura 2000-vergunning en/of flora- en fauna-ontheffing aanvragen.