Maatregelen

De huidige regelgeving geeft nog geen duidelijke afstandsnormen voor het voorkomen van effecten door kunstmatige verlichting. De vraag is hoe hinder en verstoring door kunstmatige verlichting te voorkomen bij het ontwikkelen of actualiseren van een bestemmingsplan.

Uitgangspunt bij het voorkomen van hinder of verstoring door kunstmatige verlichting is:

  • Verlicht niet als het niet nodig is, dus alleen als er geen alternatieven zijn.

Bij gebruik van verlichting:

  • scherm de lichtbron af, zodat deze niet direct zichtbaar is
  • verlicht alleen met geringe oppervlaktehelderheid van de lichtbron
  • gebruik alleen betrekkelijk langgolvig licht
  • gebruik bij verlichting niet meer licht dan nodig is: verlicht alleen wat verlicht moet worden en zolang als het verlicht moet worden
  • vermijd de risicogebieden

Maatregelen ter voorkoming van verstoring door kunstmatige verlichting worden meestal opgenomen in de natuurbeschermingswetvergunning of in de omgevingsvergunning.

In het Activiteitenbesluit zijn voor twee activiteiten (assimilatieverlichting bij kassen én verlichting bij sportvelden) maatregelen voorgeschreven ter voorkoming van lichthinder.