Atmosferische depositie

Een bedrijf moet de Beste Beschikbare Technieken (BBT) toepassen (artikel 2.14 lid 1c van de Wabo). Dit is nodig om een hoog beschermingsniveau van het milieu te bereiken (artikel 1.1 van de Wabo). Bij het bepalen van BBT kijkt het bevoegd gezag dus naar alle effecten op het milieu. Emissies naar de lucht van bedrijven kunnen via atmosferische depositie bijdragen aan de belasting van het oppervlaktewater.

Depositie kan plaats vinden op het water zelf. Daarnaast is ook depositie op het land van belang. Deze emissies kunnen via afspoeling alsnog in het oppervlaktewater terecht komen.

Of de emissie naar de lucht van een bedrijf van belang is, hangt af van:

  • Het aandeel dat het bedrijf bijdraagt aan de atmosferische depositie. Is de bijdrage gering, dan is het mogelijk niet zinvol om bij het bedrijf aanvullende maatregelen te treffen.
  • de schadelijkheid van de stof. Zo zijn zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) al in kleine hoeveelheden zeer schadelijk. Ook kan de schadelijkheid van een stof verschillen per milieucompartiment. Afhankelijk van de eigenschappen van een bepaalde stof, kan die stof bijvoorbeeld veel schadelijker zijn in water dan in lucht.

Communicatie met de waterbeheerder kan hier meer duidelijkheid over geven. Geef aan welke stoffen vrijkomen bij de activiteit. De waterbeheerder kan aangeven of de stoffen mogelijk een probleem vormen voor de waterkwaliteit. Advies is om in ieder geval contact op te nemen met de waterbeheerder bij:

  • emissies van ZZS
  • voor die stof kwetsbare gebieden. Bijvoorbeeld depositie van stikstof nabij Natura2000 gebieden.

Het bevoegd gezag neemt deze informatie mee bij het bepalen van BBT. De integrale afweging en de kosteneffectiviteit kan mogelijk anders uitvallen als het bevoegd gezag ook atmosferische depositie en het effect hiervan op het milieu meeweegt. Op basis van deze informatie beoordeelt het bevoegd gezag of strengere emissiegrenswaarden voor lucht nodig zijn om de milieukwaliteit van het water te waarborgen.

Afwijken van emissiegrenswaarden uit afdeling 2.3 Lucht en geur kan:

Het bevoegd gezag regelt dit in een maatwerkbesluit.