Circulaire piekgeluiden spoorwegemplacementen

Spoorwegemplacementen zijn inrichtingen die onder de vergunningplicht van de Wabo vallen. Bij de beoordeling van de akoestische effecten en het opstellen van voorschriften voor vergunningplichtige inrichtingen wordt over het algemeen de "Handreiking Industrielawaai en vergunningverlening" gebruikt. In de praktijk bleek deze handreikingmoeilijk bruikbaar voor de beoordeling en begrenzing van de piekgeluiden. Hiervoor is een apart beoordelingskader opgesteld.

In de Beoordelingswijze piekgeluiden voor spoorwegemplacementen (kenmerk LMV 2003.116514) adviseert het ministerie over de vergunningplichtige inrichting "spoorwegemplacementen" volgens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht over activiteiten die piekgeluiden veroorzaken. Het advies is deze geluiden in het vervolg te beoordelen op een nieuwe wijze die in deze circulaire wordt beschreven. Deze methode wijkt sterk af van de beoordelingswijze van maximale geluidsniveaus zoals opgenomen in de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening.

De nieuwe beoordelingswijze is er specifiek op gericht om op effectieve wijze bescherming te bieden tegen het optreden van schrikreacties en/of slaapverstoring die veroorzaakt wordt door deze inrichtingen. De kans op schrikreacties en/of slaapverstoring kan worden verminderd door het opnemen van een vergunningsvoorschrift.

Voor een kritische uitspraak over deze circulaire zie de uitspraak van de Raad van State van 2 juli 2008, nr. 200704793/1 onder overweging 2.7.