Voorschriften voor monovergisting in het Activiteitenbesluit

Voor de activiteit monovergisting van mest komen voorschriften in een nieuwe paragraaf in het Activiteitenbesluit: § 3.5.10 Kleinschalig vergisten van uitsluitend dierlijke meststoffen. Dit gebeurt met de Vierde Tranche van het Activiteitenbesluit. Deze wijziging treedt naar verwachting in de tweede helft van 2015 in werking.

De voorschriften gaan gelden voor bedrijven met een verwerkingscapaciteit van maximaal 25.000 m3 dierlijke mest per jaar.

De voorschriften in paragraaf 3.5.10 zijn ook van toepassing op:

  • Biologische behandelingen van dierlijke mest (voor of na het vergisten)
  • Het opslaan van het digestaat van het vergisten van dierlijke mest (mits nog biologisch actief)
  • Het opslaan, bewerken en transporten van vergistingsgas tot maximaal 20.000 liter-tanks

De milieuthema's die spelen bij deze activiteiten zijn veiligheid, geur en bodem. De voorschriften zijn afgeleid van de Handreiking monovergisting van mest. Deze handreiking wordt door het bevoegd gezag al toegepast bij het verlenen van de omgevingsvergunning milieu.

Monovergisting wordt niet helemaal vergunningvrij. Een OBM (omgevingsvergunning beperkte milieutoets) vervangt de omgevingsvergunning milieu.