Parkeergarages

Als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, zal de luchtkwaliteit bij parkeergages meestal geen probleem zijn. In de praktijk zullen de emissies vanuit de parkeergarage veelal niet voor grenswaardeoverschrijdingen zorgen, wanneer:

  • de parkeergarage is ontworpen volgens NEN 2443 "Parkeren en stallen van personenauto's op terreinen en in garages"
  • de maatregelen zijn uitgevoerd die beschreven staan in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (activiteitenbesluit) en de Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer.

Deze maatregelen bij een mechanische ventilatie in een parkeergarage met tenminste 20 parkeerplaatsen, die deel uitmaakt van de inrichting, zijn:

  1. aanbrengen van de aanzuigopeningen voor de ventilatie:
    i. in een verkeersluwe omgeving of, als dat niet mogelijk is, op tenminste 5 meter boven het straatniveau, en
    ii. buiten de beïnvloeding van de uitblaasopeningen
  2. verticaal uitblazen van de uit de parkeergarage afgezogen lucht op:
    i. ten minste 5 meter boven het straatniveau of
    ii. ten minste één meter boven de hoogste daklijn van dat gebouw. In geval er binnen 25 meter van de uitblaasopening een gebouw is met een hoogste daklijn die meer dan 5 meter boven het straatniveau ligt. De snelheid van de uitgeblazen lucht, gemeten bij de rand van de uitblaasopening, bedraagt dan ten minste 10 m/s.

Uitgebreide toetsing niet noodzakelijk

Als de bovenstaande maatregelen zijn toegepast, is een uitgebreide toetsing van de emissies vanuit de parkeergarage (inrichting) niet noodzakelijk. Opgemerkt wordt dat zowel de emissies van de inrichting (aan de hand van bovenstaande opsomming), als de emissies van het wegverkeer zelf, beschreven moeten worden.