Ruimtelijke inpassing

Spreiding van scholen

Op niveau van de stad of het dorp gaat het om de vraag of de locatie geschikt is. Is er genoeg spreiding van scholen over de stad? Wil een gemeente voorzieningen zoals scholen, kinderopvang en buurtfuncties graag bij elkaar groeperen of juist niet? Is de locatie goed bereikbaar per fiets en per auto?

Omgeving

Op de locatie zelf is van belang of de omgeving last kan hebben van de school door de spelende kinderen of het brengen en halen van de kinderen. Maar ook of er geen hinderlijke functies in de omgeving zijn waar het de school last van kan hebben, zoals geluid van een weg of bedrijf.

Als er voor de school nieuwbouw gerealiseerd wordt of bijvoorbeeld een aanbouw nodig is, dan moet deze nieuwbouw of aanbouw passen in de omgeving. Belangrijk hierbij zijn de bouwhoogte, afstand tot de bestaande bebouwing en de omvang van het gebouw.

Bezonning

Maar bij inpassing gaat het er ook om dat er voldoende parkeerplaatsen zijn en er een goede speelruimte gerealiseerd kan worden. En dat er nagedacht wordt over de bezonning. Zorgt de nieuwbouw van de school voor extra schaduw in de tuinen van naastgelegen woningen? En komt er zon op het speelplein?

Bouwstijl en het materiaalgebruik

Daarnaast zijn de bouwstijl en het materiaalgebruik van belang. Dit zijn welstandsaspecten en hoeven niet in de ruimtelijke onderbouwing te staan. In de welstandsnota van de gemeente is aangegeven of er voor de locatie specifieke welstandseisen gelden. U kunt bij de gemeente informeren of u het plan voor moet leggen aan de welstandscommissie.

Ruimtelijke onderbouwing

In de ruimtelijke onderbouwing moet een beschrijving worden opgenomen van de nieuwbouw/aanbouw. Daarbij moet ook worden aangegeven of dit past in de omgeving en waarom dit past. Welstandsaspecten hoeven niet in de ruimtelijke onderbouwing te staan, maar als u kunt aangeven dat de plannen passen in de welstandsnota is het goed dit te vermelden.