Toetsing dagwaarde

Over het algemeen is geluid door bouw- en sloopactiviteiten afhankelijk van:

  • het bouwmaterieel dat wordt ingezet;
  • de locatie waar de bouwwerkzaamheden plaatsvinden;
  • de duur van de bouwwerkzaamheden;
  • het tijdstip van de bouwwerkzaamheden (dag, avond of nacht).

De gemeente beoordeelt met deze informatie of het aannemelijk is dat het geluid van bouw- en sloopactiviteiten voldoet aan de dagwaarde en de blootstellingsduur. Anders dan bij een melding slopen, is het niet verplicht een akoestisch rapport in te dienen bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning bouwen. Zie Regelgeving.

Voor deze beoordeling is hier een aantal handvatten. Deze handvatten zijn bruikbaar voor toetsing aan de dagwaarden en blootstellingsduur uit het Bouwbesluit 2012 en de circulaire bouwlawaai 2010:

Vragenlijst

Deze vragenlijst is een eerste verkenning naar aandachtspunten of zelfs mogelijke knelpunten. Door het invullen van deze lijst wordt de aard van de bouwactiviteiten, de tijdstippen waarop werkzaamheden plaatsvinden en de situatie van de woningen inzichtelijk. Dit kan met de informatie die vaak voor de bouw wordt aangeleverd als bouwtekeningen en het veiligheidsplan, zie ook artikel 2.2, lid 6 Regeling omgevingsrecht voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor Bouwen.

Vraag:

  1. Vinden er heiwerkzaamheden plaats?
  2. Vinden er trilwerkzaamheden plaats?
  3. Vinden er (sloop)werkzaamheden met (pneumatische) beitels of hamers plaats?
  4. Vinden er werkzaamheden met graafmachines, bulldozers of kranen plaats?
  5. Is de afstand tussen de omliggende woningen en de bouwplaats < 50 m
  6. Vindt er veel transport plaats (meer dan 6 vrachtwagens/uur)
  7. Liggen er woningen aan de directe toegangsweg naar de bouwplaats?
  8. Vinden er op de bouwplaats werkzaamheden plaats met een mobiele puinbreker?
  9. Vinden er werkzaamheden/activiteiten* plaats op het bouwterrein na 19.00 uur en voor 07.00 uur?
    * denk ook aan pompen, aggregaten enzovoorts.

Als één van de vragen 1 tot en met 7 met "ja" wordt beantwoord, kan de dagwaarde van 60 dB(A) worden overschreden. Er is dan nader onderzoek nodig dat past binnen een bepaalde regelgeving.

Denk bij de vragen 1, 2 en 3 ook aan de gevolgen van trillingen voor gebouwen (schade) en personen (hinder). In de richtlijnen van de Stichting Bouwresearch is aangegeven op welke wijze de trillingen bij bouwwerkzaamheden moeten worden gemeten en hoe de trillingssterkten dienen te worden beoordeeld. Deel A handelt over schade aan bouwwerken terwijl deel B ingaat op de hinder voor personen ten gevolge van trillingen.

Als u vraag 8 met "ja" beantwoordt, moet door de sloper een akoestisch onderzoek voor de puinbreker worden uitgevoerd. Het Besluit mobiel breken bouw- en sloopafval (2004) vormt het wettelijk kader voor de beoordeling van het geluid.

Als u vraag 9 met "ja" beantwoord, is een ontheffing nodig (zie Regelgeving).

Afstandstabel

Om de hoeveelheid geluid van de bouw- en sloopactiviteiten in te schatten kan de onderstaande tabel worden toegepast. Als uit de tabel volgt dat de werkelijke afstanden kleiner zijn dan de gegeven afstanden bij 60 dB(A), dan is de kans groot dat bouwlawaai voor hinder zorgt.

De gekozen bronsterkten (LWr) zijn gebaseerd op gemiddelde waarden op basis van praktijkmetingen. Grote variaties in bronsterkte zijn in de praktijk mogelijk.

De gegeven afstanden zijn dan ook niet meer dan indicatief en kunnen niet als harde grenswaarden worden gehanteerd.

In de afstandstabel wordt voor veel voorkomende bouwwerkzaamheden de afstand gegeven waarop het gemiddeld geluidniveau in de dag 60 en 65 , 70, 75 en 80 dB(A) bedraagt. Deze waarden worden ook genoemd bij het maximaal aantal blootstellingsdagen.

Afstandstabel

bekijk tabel

Voorzieningen

Als blijkt dat bouwlawaai mogelijk leidt tot een overschrijding van de dagwaarde en/of de blootstellingsduur, is het raadzaam aandacht te geven aan de akoestische onderbouwing.

Bij deze beschouwing spelen de volgende aspecten een rol:

  • de hoogte van de geluidniveaus
  • het aantal blootstellingsdagen
  • onvermijdelijke activiteiten in avond- nacht en/of weekend
  • het inzetten van stil materieel of het toepassen van stille technieken,
  • een (gunstige) indeling van de bouwplaats
  • een gunstige toepassing van de bouwvolgorde.
  • de kosten
  • de consequenties voor de voortgang
  • welke vorm van voorlichting worden ingericht.
  • eventueel maximale geluidniveaus

Aan de hand hiervan kan een uitspraak worden gedaan over:

  • De technisch toepasbare technieken in relatie tot het te verwachten geluidsniveau, de te verwachten blootstellingsduur en een motivering van de uiteindelijk gekozen technieken
  • Het inzicht in de voordelen van bepaalde maatregelen versus de nadelen

Stille technieken
Stille technieken zijn aanwezig. Ze moeten vaak tijdig worden gereserveerd. Dat betekent dat dit onderwerp al in een vroeg stadium van het proces besproken moet worden. En dat de gemeente actief moet aansturen op het gebruik ervan. De onderstaande tabel (d.d. 2010) geeft voor de hei- en trilwerkzaamheden een korte opsomming van mogelijke maatregelen en ter indicatie het te verwachten effect op de afstanden. Het werkelijke effect is afhankelijk van locatiegebonden kenmerken. Bij het gebruik van deze tabel is kennis over geluid een vereiste!

Mogelijkheden stille technieken
Maatregel Reductie dB Afstand
Algemeen
Tijdsbegrenzing bijvoorbeeld halvering van de heitijd 3 1,4
Heien betonpalen
Voorboren (minder slagen nodig) 3 1,4
Rotterdamse mantel1 6 2
In de grond gestorte palen (Fundex) 20 10
Heien stalen buispalen
Inwendig heien 10 3
Buispalen intrillen 15 5
Gebruik balg2 10 3
Heien damwanden
Rotterdamse mantel 6 2
Damwanden intrillen 5 2
Damwanden drukken 24 16
Graven diepwanden 22 13
Intrillen damwanden
Damwanden drukken 19 9
Graven diepwanden 17 7

1 open te klappen schermen die aan de heistelling zijn bevestigd
2 rubber "omkasting" die om de stalen buispaal wordt getrokken