Handhaafbaarheidstoets

De handhaafbaarheidstoets is een indirect verplicht instrument voor de vergunningverlener. De handhaafbaarheidstoets laat vooraf zien of de voorschriften in de vergunning te handhaven zijn. Het laat ook zien hoe de handhaving uit te voeren is.

Grondslag U&H-toets

Bij het ontwikkelen van beleid en regelgeving is de uitvoerbaarheids- en handhaafbaarheidstoets (U&H-toets) een wettelijk verplicht instrument. Voorbeelden van wettelijke regelingen zijn het Activiteitenbesluit en de Waterregeling. De U&H-toets laat de gevolgen voor uitvoering en handhaving op deze terreinen zien. Deze komen in de toelichting bij het voorstel.

De resultaten van deze toetsing moeten voldoen aan de Aanwijzingen voor de regelgeving (Bijgewerkt tot en met de 10e wijziging, Stcrt. 2017, 69426) (pdf, 1.4 MB). In aanwijzing 2.7 staat:

Of handhaving in voldoende mate mogelijk is, dient in dat geval te worden onderzocht voordat tot het tot stand brengen van de regeling wordt besloten. In het bijzonder geldt dit indien de regeling geboden of verboden bevat, maar ook in andere gevallen – bijvoorbeeld met betrekking tot voorschriften die aan een vergunning worden verbonden - is het handhavingsaspect van betekenis.

Uit het onderzoek moet blijken welke inspanningen nodig zullen zijn voor de preventieve en repressieve handhaving van een regeling. Bij wetsvoorstellen die uit een oogpunt van uitvoering en handhaving ingrijpende veranderingen tot gevolg hebben, worden die bevindingen neergelegd in handhaafbaarheids- en uitvoerbaarheidstoetsen.

De handhaafbaarheidstoets is daarom een indirecte, verplichte toets bij het schrijven van een vergunning. Bij het opstellen van een goed handhaafbare vergunning is collegiale feedback ook belangrijk. De handhaafbaarheidstoets laat vooral bij complexe vergunningen meerwaarde zien. Bekijk hier een voorbeeld van de handhaafbaarheidstoets op rijksniveau (pdf, 72 kB).