Totstandkoming BREF's en BBT-conclusies

De BBT-conclusies en BREF's worden regelmatig herzien door de Europese Commissie. Het bevoegd gezag kan op verschillende momenten in het herzieningsproces informatie aanleveren en commentaar indienen.

Herzien BBT-conclusies en BREF's

De Beste beschikbare technieken (BBT) zijn continu in ontwikkeling. Daarom moet de Europese Commissie BREF's regelmatig herzien. De Europese Commissie moet ernaar streven de BREF's uiterlijk 8 jaar na de publicatie van de vorige versie te hebben bijgewerkt. Deze verplichting volgt uit de Richtlijn industriële emissies (Rie).

De totstandkoming en herziening van een BREF bestaat uit:

Rol Europese Commissie en Europees IPPC Bureau

De Europese Commissie organiseert voor het opstellen van BREF's een uitwisseling van informatie tussen:

  • de lidstaten
  • de betrokken bedrijfstakken
  • niet-gouvernementele organisaties die zich inzetten voor milieubescherming
  • de Europese Commissie

Dit staat in artikel 13 lid 1 van de Rie. Het Europese IPPC Bureau in Sevilla (EIPPCB) organiseert de informatie-uitwisseling namens de Europese Commissie. Ook treedt de Europese Commissie op als een neutraal en  technisch deskundig secretariaat voor alle technische werkgroepen.

Betrokkenheid bevoegd gezag bij herziening BBT-conclusies en BREF's

De betrokkenheid van het bevoegd gezag heeft meerdere voordelen, zoals:

  • Bevoegd gezag kan in de eerste fase van een BREF-herziening wensen indienen (wishlist). Daardoor sluit de BREF beter aan op de Nederlandse situatie en kan het een beter handvat zijn voor vergunningverleners.
  • Het bevoegd gezag kan een rol spelen bij het indienen van referentie-installaties van koplopers in Nederland. Door informatie over de installatie zelf aan te leveren, of door contact te leggen tussen het ministerie en het bedrijf. Ook speelt het bevoegd gezag een belangrijke rol bij de validatie van de gegevens van referentie-installaties. Dit is belangrijk omdat  deze gegevens de basis vormen voor de nieuwe BBT-conclusies.
  • Het bevoegd gezag kan commentaar indienen op BREF-ontwerpen. Bijvoorbeeld op punten die in de praktijk mogelijk tot problemen leiden voor vergunningverleners.
  • Door betrokken te zijn bij BREF-herzieningen weet het bevoegd gezag in een vroeg stadium welke BREF’s worden herzien en welke belangrijke inhoudelijke veranderingen worden verwacht.

Oprichten technische werkgroep

In opdracht van de Europese commissie, stelt het EIPPCB een technische werkgroep (TWG) samen bij het opstellen of het starten van een herziening van een BREF.

Iedere  TWG bestaat uit technische experts van:

  • lidstaten
  • bedrijfstakken
  • niet-gouvernementele organisaties die zich inzetten voor milieubescherming (vertegenwoordigd door European Environmental Bureau)
  • Europese Commissie

De lidstaten en de industrie dragen leden van de TWG voor.

Start van herziening

Bij de start van een herziening van een BREF vraagt het EIPPCB aan de TWG-leden om een lijst met wensen aan te leveren. Vergunningverleners kunnen hun wensen via het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) indienen. Bedrijven doen dit via de branchevertegenwoordiging die in de TWG zit.

De wensen gaan over:

  • de scope en de structuur van de BREF
  • ontbrekende, verouderde, niet complete of onduidelijke BBT of met BBT geassocieerde emissieniveaus
  • BBT en met BBT geassocieerde emissieniveaus die moeten worden geactualiseerd
  • het type en het formaat van de sectorspecifieke gegevens die nodig zijn om de herziening van een BREF te kunnen uitvoeren
  • nieuwe technieken die moeten worden overwogen bij het bepalen van BBT en nieuw opkomende technieken en processen
  • verbeteringen van bestaande technieken en processen voor de bescherming van het milieu en de economische aspecten hiervan

De wensen moeten dus hoofdzakelijk gaan over de volgende hoofdstukken uit een BREF:

  • technieken in overweging te nemen bij het bepalen van BBT
  • BBT-conclusies
  • nieuw opkomende technieken
  • conclusies en aanbevelingen voor verder werk

De wensenlijsten vormen de basis voor de organisatie en structuur van de discussies tijdens de kick-offmeeting. Het doel van de kick-offmeeting is om te komen tot conclusies over:

  • de scope en de structuur van de BREF
  • de aard en de omvang van de informatie die de TWG moet verzamelen tijdens de herziening

Gegevensverzameling referentie-installaties

Via de TWG-leden wordt een lijst van referentie-installaties ingediend. Referentie-installaties zijn installaties waarvan een lidstaat vindt dat de installatie BBT is. Van de referentie-installaties worden gegevens verzameld. Hiervoor stelt de TWG specifieke vragenlijsten op. Hierbij maakt de TWG ook afspraken over hoe de TWG om zal gaan met vertrouwelijke en gevoelige informatie.

De gegevens van de referentie-installaties vormen de basis voor het opstellen van de BBT-conclusie. De validatieslag van deze gegevens is dus een belangrijk onderdeel. De vergunningverleners van de referentie-installaties voeren vaak deze validatieslag. Zij hebben namelijk de meeste kennis om deze validatieslag goed uit te kunnen voeren. Ook zijn het de vergunningverleners die uiteindelijk weer de nieuwe BBT-conclusies naar voorschriften in de vergunning moeten omzetten.

Ontwerp-BREF en commentaar op ontwerp

Na de kick-off meeting krijgen de TWG leden ongeveer 6 maanden de tijd om informatie van referentie-installaties aan te leveren. Op basis van de aangeleverde informatie en door de auteur bezochte installaties, schrijft de auteur een ontwerp van de herziene BREF. Het EIPPCB publiceert dit ontwerp op de website van het EIPPCB.

De TWG-leden krijgen dan ongeveer 2 maanden de tijd om commentaar te leveren op dit eerste concept. Vergunningverleners kunnen hun commentaar via het ministerie van IenW  indienen. Bedrijven doen dit via de branchevertegenwoordiging die in de TWG zit.

Final meeting

Het EIPPCB organiseert een definitieve bijeenkomst: final meeting. In deze laatste bijeenkomst bespreken TWG-leden het tweede concept van de BREF, met daarin opgenomen de BBT-conclusies en het ontvangen commentaar op dit concept. Het EIPPCB zoekt naar consensus over de BBT-conclusies. Een TWG-lid kan het niet eens zijn met een door het EIPPCB voorgestelde BBT-conclusie. In dat geval moet dit TWG-lid hiervoor redenen aangeven (technische, cross-media of economische).

Het kan voorkomen dat de TWG uiteindelijk geen consensus bereikt over het verschil in mening over een BBT-conclusie: een split view. Het hoofdstuk Concluding remarks and recommendations for future work beschrijft in dat geval de split view. Deze beschrijving bestaat uit de mening van het TWG-lid dat het niet eens is met de voorgestelde BBT-conclusie en de reden hiervoor.

De TWG stelt een final draft van de BREF vast, inclusief de BBT-conclusies. Dit document legt het EIPPCB voor aan het forum dat op basis van artikel 13 lid 3 van de Rie door de Europese Commissie is opgericht.

Artikel 13 forum

Als de TWG klaar is met de final draft van de BBT-conclusies en BREF, dan gaan deze stukken naar het artikel 13 forum. Het artikel 13 forum bestaat uit vertegenwoordigers van de lidstaten, de betrokken bedrijfstakken en niet-gouvernementele organisaties. De verplichting voor dit forum volgt uit artikel 13 van de Rie.

Het forum geeft advies aan de Europese Commissie over de voorgestelde inhoud van de BREF (inclusief BBT-conclusies). Dit advies maakt de Europese Commissie toegankelijk voor het publiek. De Europese Commissie houdt met dit advies rekening bij de vaststelling van de BBT-conclusies volgens de in artikel 13 lid 5 van de Rie genoemde regelgevingprocedure.

Op basis van de final draft kan het bevoegd gezag al vast starten met de voorbereiding van het actualiseren van de vergunning.

Vaststelling BBT-conclusies: artikel 75 comité

Vaststelling van besluiten over BBT-conclusies verlopen volgens de in artikel 75 lid 2 van de Rie bedoelde regelgevingprocedure. Hiervoor heeft de Europese Commissie het artikel 75 comité opgericht. De lidstaten stemmen dan over de BBT-conclusies. De omvang van de bevolking bepaalt de weging van de stemmen van een lidstaat. Hierbij kunnen verschillende situaties ontstaan.

Bij een positief advies, neemt de Europese Commissie de BBT-conclusies aan.

Als het advies negatief is, neemt de Europese Commissie de BBT-conclusies niet aan. De Europese Commissie kan dan na 2 maanden een gewijzigde versie aan het comité voorleggen, of 1 maand na het uitbrengen van het negatieve advies de BBT-conclusies ter verdere bespreking aan het comité van beroep voorleggen.

Als het artikel 75 comité geen advies uitbrengt, kan (met enkele uitzonderingen) de Europese Commissie de BBT-conclusies aannemen.

Publicatie en vertaling

Na vaststelling van de BBT-conclusies maakt de Commissie de BBT-conclusies onmiddellijk toegankelijk voor het publiek. Ook publiceert de Europese Commissie de BBT-conclusies in alle talen van de Europese Unie in het Publicatieblad van de Europese Unie. Vanaf de datum van publicatie van de BBT-conclusies gaat de actualisatietermijn van 4 jaar lopen.

Het BREF-document met achtergrondinformatie, stelt de Europese Commissie alleen in het Engels beschikbaar. De publicatie van de BREF is vaak een aantal maanden na de publicatie van de BBT-conclusies.