Schapen en geiten

Bij schapen en geiten kan een OBM voor milieueffectrapportage (OBM m.e.r.) of een OBM fijnstof nodig zijn.

Met schapen en geiten worden dieren van de diercategorieën B en C van de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav) bedoeld. Dat zijn:

  • B 1: schapen
  • C 1: geiten ouder dan 1 jaar
  • C 2: opfokgeiten van 61 dagen tot en met één jaar
  • C 3: opfokgeiten en afmestlammeren tot en met 60 dagen
Juridisch overzicht Omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM)

Schapen of geiten

Aangewezen activiteit

M.e.r.-OBM: de oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie voor het fokken, mesten of houden van ten minste 51 en ten hoogste 2.000 schapen of geiten, Rav categorie B 1 en C 1 tot en met C 3 (artikel 2.2a lid 1, onder d, Bor en Categorie 14, kolom 2, onder 11°, van onderdeel D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage)

Fijnstof-OBM: alleen bij bepaalde combinaties met andere landbouwhuisdieren, artikel 2.2a lid 4 onder a onder 4° Bor)

Ondergrens 51 schapen en/of geiten samen
Bovengrens 2.000 schapen en/of geiten samen
Uitzondering
  • De aanwijzing vervalt als uit de m.e.r.-beoordeling volgt dat een milieueffectrapport opgesteld moet worden, of als de initiatiefnemer zelf besluit een milieueffectrapport op te stellen (= artikel 7.18 Wet milieubeheer van toepassing).
  • De OBM is niet vereist als de activiteit deel uitmaakt van een IPPC-installatie.
Weigeringsgronden Het bevoegd gezag heeft beslist dat een milieueffectrapport moet worden gemaakt (artikel 5.13b, lid 1, Bor).
Op welk moment is de OBM nodig? Bij oprichting, wijziging of uitbreiding (in de zin van het Besluit milieueffectrapportage).
Lex silencio van toepassing? (Zo ja, dan wordt de OBM van rechtswege verleend als het bevoegd gezag niet (op tijd) op de aanvraag beslist) Nee.
Relatie met Bijlage I van het Bor (wanneer is een omgevingsvergunning nodig?)
Meerdere diersoorten Zie meerdere diersoorten binnen inrichting bij combinaties van landbouwhuisdieren van meer dan één hoofdcategorie.