Een omgevingsvergunning wordt vernietigd in beroep. Wat is het vervolgtraject?

Vraag

Een omgevingsvergunning wordt vernietigd in beroep. Ligt er dan nog een aanvraag waarop het bevoegd gezag moet beslissen? Mag het bevoegd gezag nog verzoeken de aanvraag aan te vullen? Als de uitgebreide procedure van toepassing is, moet er dan eerst een nieuw ontwerpbesluit worden genomen of mag er meteen een nieuw besluit worden genomen? Moet een nieuwe VVGB worden verleend?

Antwoord

Ja, er ligt nog een aanvraag na vernietiging door de rechter. De aanvrager hoeft dus geen nieuwe aanvraag in te dienen. Het bevoegd gezag mag om aanvullingen verzoeken. Afhankelijk van de reden voor vernietiging en de verplichte procedure, kan het bevoegd gezag een nieuw besluit nemen, of eerst een ontwerpbesluit. Ook moet een nieuwe VVGB worden verleend.

De aanvraag

Indien een vergunning wordt vernietigd door de rechter dan is daarmee het werk voor het bevoegd gezag niet voorbij. Na vernietiging van een besluit tot vergunningverlening resteert de oorspronkelijke aanvraag. Ook indien het bevoegd gezag bepaald heeft dat de aanvraag onderdeel uitmaakt van de vergunning resteert er nog een aanvraag. Zie hiervoor o.a. AGRvS 12 december 1991, G05.89.0535, AB 1992/270 en ABRvS 27 oktober 1994, G05.93.2786, BR 1995/62: in beide situaties betrof het een Hinderwetvergunning. Onder de Hinderwet maakte een aanvraag altijd onderdeel uit van de vergunning (artikel 14 lid 2 Hw). Op de regel dat er altijd een aanvraag resteert na een vernietiging is één uitzondering, namelijk indien de rechter bepaalt dat zijn uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit (art. 8:72, vierde lid, onder c, Awb).

Na vernietiging moet het bevoegd gezag binnen de normale termijnen van de Wabo en de Awb een nieuw besluit nemen. Het is echter mogelijk dat de rechter bij de uitspraak zelf een (kortere)termijn bepaalt waarbinnen het bevoegd gezag een nieuw besluit moet nemen.

Verzoek om aanvulling

Hoewel de wet hier niets over regelt lijkt het redelijk te veronderstellen dat het bevoegd gezag ook na vernietiging van een besluit om aanvulling van de herleefde aanvraag kan vragen. Jurisprudentie hierover ontbreekt echter.

Het ontwerpbesluit

Indien het gaat om een aanvraag waarvoor op grond van artikel 3.10 Wabo de uitgebreide procedure geldt, komt de vraag aan de orde of opnieuw een ontwerpbesluit dient te worden genomen, of dat meteen het definitieve besluit mag worden genomen.

Indien een aanvraag wordt aangevuld of indien een omgevingsvergunning vernietigd is om procedurele redenen die hun grondslag vinden tijdens of voor de terinzagelegging van het ontwerpbesluit, dient eerst weer een ontwerpbesluit genomen te worden (zie de noot bij ABRvS 29 september 1998, E03.96.0668, JG 98.0210). Uit ABRvS nr. 200201530/1 van 29 januari 2003 kan worden afgeleid dat altijd een nieuw ontwerpbesluit moet worden genomen als het vernietigde besluit door het verkeerde bevoegde gezag was genomen.

In andere gevallen kan volstaan worden met het direct nemen van een nieuw besluit (ABRvS 23 maart 1998, E03.96.0946, Nwsbrief StAB 98-K10). Dat is alleen anders indien zich omstandigheden voordoen waarin het uit een oogpunt van zorgvuldige voorbereiding van een besluit, mede gelet op de aard en de ernst van de gebreken die tot vernietiging hebben geleid en het verhandelde in die eerste procedure, niet passend is terug te vallen op de eerdere procedure. Dan moet dus weer een nieuw ontwerpbesluit worden opgesteld (zie bijvoorbeeld ABRvS 30 juni 2004, 200307450, en ABRvS 8 september 2004, 200401935 en ABRvS 16 april 2003, 200202984).

De verklaring van geen bedenkingen

Alhoewel er nog geen jurisprudentie op dit gebied is, ligt het voor de hand dat het bevoegd gezag zich niet mag baseren op een voor het vernietigde besluit verleende verklaring van geen bedenkingen, maar dat een nieuwe VVGB dient te worden verleend.