Bor bijlage I onderdeel C: toelichting systematiek inrichting, vergunning, bevoegd gezag
In onderdeel C van bijlage I van het Besluit omgevingsrecht (Bor) staan enkele tientallen categorieën van milieuactiviteiten. Daarbij is aangegeven:
- of het een inrichting is
- of een omgevingsvergunning milieu nodig is
- of de provincie bevoegd gezag is
Hierna beschrijven we van onderdeel C:
- Toelichting van de opbouw
- Overzicht van de indeling in categorieën
- Moeilijk te vinden redenen voor vergunningplicht
- Overlap tussen de categorieën
- Toelichting op 'inrichting waar' en 'inrichting voor'
- Toelichting op afval-categorie 28.10
Zie ook de vragen en antwoorden over specifieke situaties.
Toelichting opbouw
Elke categorie van onderdeel C van bijlage I van het Besluit omgevingsrecht (Bor) is als volgt ingedeeld:
- Aanwijzing welke activiteiten een inrichting zijn, soms gevolgd door een onderdeel met uitzonderingen hierop. In het voorbeeld in het kader hieronder is dit onderdeel 27.1 en 27.2. Zie verder de uitgebreide uitleg over het begrip Wm-inrichting.
- Aanwijzing van gevallen waarin Gedeputeerde Staten (GS, de provincie) bevoegd gezag zijn. In het voorbeeld in het kader hieronder is dit onderdeel 27.3. Om GS bevoegd gezag te laten zijn, moet een bedrijf ook een IPPC- of Brzo-bedrijf zijn. De aanwijzing in onderdeel C alleen is niet genoeg. Zie hierover de uitgebreide uitleg over bevoegd gezag Wm.
- Aanwijzing van bepaalde gevallen waarin een omgevingsvergunning milieu nodig is. In het voorbeeld in het kader hieronder is dit onderdeel 27.4.
categorie | omschrijving |
---|---|
27.1 | Inrichtingen voor het opslaan, behandelen of reinigen van afvalwater. |
27.2 | Voor de toepassing van onderdeel 27.1 blijft buiten beschouwing het opslaan van afvalwater in septic-tanks. |
27.3. | Onverminderd de artikelen 3.3, eerste lid, tweede volzin, en 6.7, eerste lid, derde volzin, zijn gedeputeerde staten bevoegd te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning of omtrent een verklaring van geen bedenkingen ten aanzien van inrichtingen, behorende tot deze categorie, voor zover het betreft inrichtingen voor het reinigen van afvalwater door middel van waterstraal- of oppervlaktebeluchters met een capaciteit van 120.000 of meer vervuilingseenheden als bedoeld in artikel 7.3, tweede lid, onderdeel a, van de Waterwet. |
27.4 | Als categorieën vergunningplichtige inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1, tweede lid, van dit besluit, worden aangewezen bedrijfsafvalwaterzuiveringen die zelfstandig een inrichting vormen. |
Indeling categorieën
De categorieën van onderdeel C zijn per onderwerp ingedeeld, zodat u een relevante categorie snel kunt vinden:
- Inrichtingen waar elektro- of verbrandingsmotoren aanwezig zijn met een gezamenlijk vermogen van meer dan 1,5 kW.
Inrichtingen voor activiteiten met: - Gassen
- Ontplofbare stoffen
- Milieugevaarlijke stoffen
- Brandbare stoffen
- Harsen, oliën en vetten
- Meststoffen
- Dieren
- Voedingsmiddelen en teelt van landbouwproducten
- Gewasbeschermingsmiddelen
- Stenige materialen
- Metalen
- Voer-, vaar en vliegtuigen
- Spoorvoertuigen
- Hout
- Textiel en papier
- Schietinrichtingen
- Horeca
- Sport- en recreatie (waaronder motorcrossterreinen)
- Energieomzetting (zoals windturbines)
- Genetische modificatie
- Opslaan of overslaan van goederen
- Ziekenhuizen, verpleeg- en verzorgingshuizen
- Vervaardiging van koolelektroden
- Tankreiniging
- Oefeninrichtingen voor brandbestrijding
- Afvalwaterinrichtingen
- Afvalopslag en –verwerking
- Militaire inrichtingen
Aandachtspunten bij onderdeel C
Moeilijk te vinden redenen voor vergunningplicht
De vergunningplicht voor bedrijven met een IPPC-installatie volgt niet uit bijlage I, maar uit artikel 2.1, tweede lid, van het Bor.
Sommige redenen voor vergunningplicht staan in een categorie waar je ze niet verwacht. Denk bijvoorbeeld aan het overslaan van schip naar schip in categorie 13.
Overlap
Soms is er overlap tussen categorieën. Denk bijvoorbeeld aan vloeibare brandstoffen, die zowel in categorie 4 als in categorie 5 voorkomen.
Een bepaald bedrijf kan onder meerdere categorieën van bijlage C vallen als er meerdere activiteiten plaatsvinden.
Inrichting waar en inrichting voor
In onderdeel C wordt soms gesproken van een inrichting waar activiteit X plaatsvindt en soms van een inrichting voor activiteit X. In het laatste geval moet er sprake zijn van een meer dan incidentele activiteit. Zie hierover meer uitgebreid ons vraag en antwoord.
Categorie 28.10
In onderdeel 28.10 staat een lijst van activiteiten met afval die zijn toegestaan zonder dat een omgevingsvergunning milieu nodig is. Dit is anders dan bij andere categorieën. Als een activiteit met afval hier niet staat is dus wel een omgevingsvergunning milieu nodig. Voor het hele onderdeel 28.10 geldt, dat als er wordt gesproken over opslaan, daar ook overslaan onder valt.
Vergunningplichtig zijn inrichtingen voor nuttige toepassing of verwijdering van afvalstoffen, met de volgende uitzonderingen:
Categorie | Omschrijving |
---|---|
1-3 |
Gevallen waarin de Kaderrichtlijn afvalstoffen niet van toepassing is:
|
4-5 |
Verwijdering van afvalstoffen:
|
6-33 | Nuttige toepassing van afvalstoffen |
34 | Verdichten van categorie 1-33 |
35 | Overslaan en scheiden en opbulken van categorie 1-33 |
36 | Mengen van afvalstoffen binnen categorie 1-33 |
37 | Mengen van ongevaarlijke afvalstoffen van categorie 1-33 met niet-afval |
Zie voor meer informatie over categorie 28.10 de vragen en antwoorden over afval en omgevingsvergunning milieu.
Vragen en antwoorden
Zie voor meer informatie over de vergunningplicht de volgende vragen en antwoorden dossiers:
Zie ook de vragen en antwoorden over definities en andere aspecten van bijlage I van het Bor.
Delen
Wettekst
Hoe werkt het vanaf 2024?
Milieubelastende activiteit onder de Omgevingswet