Het begrip 'inrichting' uit de Wet milieubeheer

Het begrip 'inrichting' uit de Wet milieubeheer is een belangrijk begrip in de milieuregelgeving voor bedrijven.

Niet alle bedrijven zijn 'Wm-inrichtingen'. Bedrijven die geen Wm-inrichting zijn hoeven niet te voldoen aan het Activiteitenbesluit. Ook hebben zij geen omgevingsvergunning milieu nodig. Veel winkels zijn bijvoorbeeld geen 'inrichting'. In bepaalde gevallen kan een burger een inrichting zijn.

De basis

Alleen Wm-inrichtingen vallen onder het Activiteitenbesluit of hebben een omgevingsvergunning milieu of omgevingsvergunning beperkte milieutoets nodig.

Een bepaalde activiteit is een Wm-inrichting als voldaan is aan 2 voorwaarden:

  1. De activiteit is een 'door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid, die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht' (art. 1.1, eerste lid, Wet milieubeheer).
  2. Er moet een categorie uit bijlage I van het Besluit omgevingsrecht (Bor) van toepassing zijn (art. 1.1, vierde lid, Wet milieubeheer).

Publicatie VROM

Het voormalige ministerie van VROM bracht in 2002 een publicatie uit over dit onderwerp. Deze publicatie bespreekt zeer uitgebreid de vraag wanneer er sprake is van een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer.

In de publicatie Het begrip 'inrichting' in de Wet milieubeheer (pdf, 644 kB) komt onder andere aan de orde:

  • de begrippen 'bedrijfsmatige omvang', 'binnen een zekere begrenzing' en 'pleegt te worden verricht'
  • wat hoort bij de inrichting
  • wanneer er sprake is van 1 en wanneer van meerdere inrichtingen
  • jurisprudentie over het begrip inrichting

Hulpmiddel bij de vraag of er sprake is van een inrichting

InfoMil heeft een beslishulp (stappenschema) waarmee u kunt bepalen of er sprake is van een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer.

Winkels vaak geen inrichting

Er staat geen categorie 'detailhandelsbedrijven' (winkels) in onderdeel C van bijlage I bij het Bor. Winkels zouden een inrichting kunnen zijn door de opslag van bepaalde stoffen of goederen. Maar in artikel 2.1 lid 4 van het Bor staat hiervoor een speciale uitzondering. Hierin staat dat een detailhandelsbedrijf geen inrichting is vanwege de opslag van bepaalde stoffen, genoemd in bijlage I van het Bor. Hierbij gaat het om onder andere voedingsmiddelen, cosmetische producten, dieren en producten van kunststof, metaal, hout, papier textiel of steen.

Winkel soms wel een inrichting

Wel kan een detailhandelsbedrijf een inrichting zijn. Dit is het geval als deze onder restcategorie 1 van het Bor valt. Bijvoorbeeld door de aanwezigheid van:

  • elektromotoren met een opgeteld vermogen groter dan 1,5 kW (bijvoorbeeld in automatische rolluiken of airco's)
  • stookinstallaties met een opgeteld thermisch vermogen van meer dan 130 kW

Ook burgers soms inrichting

Als een burger iets doet dat een bedrijfsmatige omvang heeft, kan dit ook een inrichting zijn. Denk bijvoorbeeld aan een uit de hand gelopen dierenhobby of een olietank.

Houden van dieren

Bij het houden van een grote hoeveelheid dieren als hobby is het vaak de vraag of er sprake is van een inrichting. Het criterium hiervoor is of er sprake is van een bedrijfsmatige omvang.

We hebben een uitgebreide verzameling met jurisprudentie over dit onderwerp.

Als er wel sprake is van een inrichting, zijn de voorschriften voor fokken en houden van dieren in het Activiteitenbesluit van toepassing.

Het begrip inrichting onder de Wabo

De Wabo heeft een wat beperktere definitie van het begrip inrichting dan de Wet milieubeheer.

In de Wabo betekent inrichting: inrichting in de zin van de Wet milieubeheer die een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wabo moet hebben.

Verschillen met inrichting type A

Het maakt in de praktijk soms weinig uit of een bedrijf een type A-inrichting volgens het Activiteitenbesluit is of geen inrichting. Mocht het toch een inrichting zijn, en wel een type A, dan hoeft het bedrijf niet te melden. Een type A-inrichting moet wel voldoen aan de eisen van het Activiteitenbesluit.

Meer informatie

Lees een aantal veelgestelde vragen en antwoorden over de vraag wanneer er sprake is van een inrichting. Zie ook de informatie over het begrip inrichting specifiek voor agrarische activiteiten.