Waarom bestaan er verschillende definities van VOS?

Vraag

In de Europese verfrichtlijn staat een andere definitie voor VOS dan in het Activiteitenbesluit. Hoe kan dit?

Antwoord

In verschillende soorten Nederlandse en Europese regelgeving worden soms verschillende definities voor VOS gehanteerd. Er wordt getracht dit zoveel mogelijk te stroomlijnen. In de praktijk leiden de verschillende definities tot weinig verschillen. In onderstaande tekst worden de verschillende definities verder toegelicht.

In het Activiteitenbesluit en de NeR staat de volgende definitie van vluchtige organische stoffen (VOS):

Een VOS is een organische verbinding van antropogene aard met uitzondering van methaan, die bij 293,15 K een dampspanning heeft van 0,01 kPa of meer of onder de specifieke gebruiksomstandigheden een vergelijkbare vluchtigheid heeft. Hierbij wordt onder een organische verbinding een verbinding verstaan die ten minste het element koolstof bevat en daarnaast nog één of meer van de volgende elementen: waterstof, halogenen, zuurstof, zwavel, fosfor, silicium of stikstof, met uitzondering van koolstofoxiden, anorganische carbonaten en bicarbonaten.Deze definitie wordt gehanteerd voor concentraties van VOS in luchtstromen of voor VOS-gehaltes in producten. Ook voor de bepaling van de grootte van de jaarvrachten wordt deze definitie gehanteerd. Op deze definitie bestaan echter twee uitzonderingen.

Een eerste uitzondering hierop wordt gevormd door eisen aan VOS-gehaltes in decoratieve verven en autoschadeherstelproducten die de Europese Verfrichtlijn aan deze producten stelt. Binnen deze richtlijn worden namelijk alle organische verbindingen met een kookpunt van minder dan of gelijk aan 250°C als VOS gedefinieerd. In de praktijk leidt deze definitie tot weinig verschillen met de hiervoor genoemde definitie.

Een tweede uitzondering voor de VOS-definitie wordt gevormd voor de bepaling van de VOS-emissies bij opslag, overslag en transport binnen de raffinaderijen, chemie en onafhankelijke tankopslagbedrijven. Bij de bepaling van deze emissies mag een dampspanning van 1 kPa bij 293,15 K als ondergrens worden gehanteerd in plaats van 0,01 kPa. In de NeR geldt dezelfde ondergrens voor het nemen van maatregelen door bepaalde branches.