Milieueffectrapportage en woningbouw

Bij de realisatie van een stedelijk ontwikkelingsproject, zoals de realisatie van woningbouw, kan een mer nodig zijn op basis van de Wet milieubeheer.

Woningbouw en Besluit m.e.r.

De categorie stedelijk ontwikkelingsproject, zoals aangegeven in D11.2, kolom 1 luidt: 'De aanleg, wijziging of uitbreiding van een stedelijk ontwikkelingsproject met inbegrip van de bouw van winkelcentra of parkeerterreinen'. Woningbouw valt in sommige gevallen ook onder deze categorie.

Als de ontwikkeling ook voldoet aan kolom 2 (de drempel), dan is er sprake van een mer-beoordelings-plicht. Dit is het geval als de activiteit betrekking heeft op:
1°. een oppervlakte van 100 hectare of meer
2°. een aaneengesloten gebied en 2000 of meer woningen omvat,of
3°. een bedrijfsvloeroppervlakte van 200.000 m2 of meer

Blijft de ontwikkeling onder de drempel, dan is sprake van een informele mer-beoordeling. Dit wordt ook wel de vormvrije mer-beoordeling genoemd. Inhoudelijk wordt gebruikgemaakt van dezelfde toetsingscriteria uit bijlage III van de Europese richtlijn mer, maar procedureel zijn er kleine verschillen tussen beide beoordelingen.

Indien uit de (informele) mer-beoordeling volgt dat aanzienlijke milieueffecten niet zijn uitgesloten, dan moet een project-mer worden verricht.

Lees meer over mer en ruimtelijke plannen

Wanneer is er sprake van een stedelijk ontwikkelingsproject?

Er is veel jurisprudentie over de categorie 'stedelijk ontwikkelingsproject' (D11.2) van de bijlage bij het Besluit mer. Het hangt af van de concrete omstandigheden van een project of er sprake is van een stedelijk ontwikkelingsproject of niet. Hierbij zijn onder andere de aspecten aard en de omvang van de ontwikkeling, de toename van bebouwd oppervlak en of er sprake is van een functiewijziging van belang. Dit is niet afhankelijk van de vraag of (per saldo) aanzienlijke negatieve gevolgen voor het milieu kunnen optreden. De Commissie voor de milieueffectrapportage geeft een nadere toelichting over relevante uitspraken. Zie hiervoor  Jurisprudentie - Commissiemer.nl.

Zie voor meer informatie ook bestemmingsplan en m.e.r.

Woningbouw en Wet natuurbescherming

Er is sprake van een mer-plicht voor plannen wanneer er voor het bestemmingsplan of structuurvisie waarin de woningbouw is opgenomen een passende beoordeling op basis van art. 2.8, lid 1 Wet natuurbescherming nodig is. Dit kan het geval zijn als gevolg van toename van stikstof op stikstofgevoelige natuurgebieden. In sommige gevallen mag worden volstaan met een plan-mer-beoordeling.

Meer informatie


Hoe werkt het onder de Omgevingswet?