Beleid

Gemeenten kunnen hun eigen geurbeleid bepalen met een geurvisie en geurverordening.

Het geurbeleid richt zich in de eerste plaats op geurgevoelige bestemmingen in de woon- en leefomgeving. Dit zijn niet alleen woningen, maar ook andere locaties waar mensen zich gedurende langere tijd bevinden en waar blootstelling aan geur tot hinder kan leiden. Voorbeelden hiervan zijn ziekenhuizen, bejaarden- en verpleegtehuizen en recreatiegebieden.

Alle geurgevoelige objecten moeten worden beschermd tegen geuroverlast. Bevoegd gezag kan in de vergunningverlening wel verschillen in het niveau van bescherming hanteren. Binnen de bebouwde kom gelden bijvoorbeeld strengere normen dan buiten de bebouwde kom. En met een geurverordening kan een gemeente afwijkende normen vaststellen.