Wet-en regelgeving

Vanuit Europa is de bescherming van soorten en gebieden geregeld in de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn. In Nederland is de natuurwetgeving verankerd in Natuurbeschermingswet.

Vogel- en Habitatrichtlijn

De Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn hebben tot doel de bescherming van (vogel)soorten en hun natuurlijke habitats. Elke lidstaat is verplicht om speciale beschermingszones (SBZ's) aan te wijzen. Deze vormen samen één Europees netwerk van natuurgebieden. Dit zijn de Natura 2000-gebieden. De Vogel- en Habitatrichtlijn is geimplementeerd (vertaald) in de Nederlandse wetgeving: de Wet natuurbescherming.

Natura 2000

Natura 2000 is een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden. In Natura 2000-gebieden zijn bepaalde diersoorten en hun natuurlijke leefomgeving beschermd om de biodiversiteit te behouden.
Welke gebieden in Nederland zijn aangewezen en andere relevante informatie vindt u op de website Natura 2000.

Wet natuurbescherming

De Wet natuurbescherming vervangt de Natuurbeschermingswet 1998, de Flora- en faunawet en de Boswet. De Wet natuurbescherming is, door de samenvoeging van de wetten zowel gericht op de gebiedsbescherming als de soortenbescherming.

De Wet natuurbescherming (Natuurwet) zorgt voor:

  • eenvoudigere regels voor de bescherming van de natuur
  • decentralisatie van bevoegdheden naar provincies en
  • goede aansluiting op het omgevingsrecht.

De wet sluit beter aan op de Europese regelgeving.  En er wordt een duidelijker onderscheid gemaakt tussen soorten die Europees beschermd zijn en nationaal beschermde soorten.

Met de Wet natuurbescherming ligt de bevoegdheid voor het verlenen van ontheffingen en vrijstellingen bij ruimtelijke ingrepen in principe bij de provincies.  Provincies nemen hiermee de taak over die tot nu toe lag bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Daarmee is de provincie bevoegd gezag voor de toetsing van werkzaamheden en activiteiten bij Natura 2000-gebieden (de gebiedsbeschermingsbepalingen) en dier- en plantensoorten (de soortenbeschermingsbepalingen). Alleen bij ruimtelijke ingrepen waarmee grote nationale belangen zijn gemoeid, blijft het Rijk bevoegd gezag.

Meer informatie vindt u op de pagina Wet natuurbescherming.

De Brochure Soortenbescherming bij ruimtelijke ingrepen bevat een toelichting op de belangrijkste artikelen over het beschermingsregime. De brochure gaat in op de verbodsbepalingen en de mogelijkheden om hiervan af te wijken. De brochure legt ook duidelijk uit wat het verschil is tussen de oude en nieuwe regelingen voor soortenbescherming.

Wet ammoniak en veehouderij

Met de Wet ammoniak en veehouderij (Wav) geldt ter bescherming van voor verzuring gevoelige natuur een aanvullend zoneringsbeleid. De wet schrijft voor dat binnen zeer kwetsbare gebieden en in een zone van 250 meter daaromheen de volgende maatregelen gelden:

  • vestiging van nieuwe intensieve veehouderijen is niet meer mogelijk
  • bestaande veehouderijen hebben beperkte uitbreidingsmogelijkheden, namelijk tot een voor deze veehouderijen vastgelegd emissieplafond.

Een uitzondering geldt voor:

  • melkveehouderijen (zij kunnen doorgroeien tot maximaal 200 melkkoeien en 140 stuks jongvee),
  • uitbreiding met paarden en schapen,
  • biologische bedrijven en bedrijven die hun dieren hoofdzakelijk houden voor natuurbeheer.

De aanwijzing van zeer kwetsbare gebieden gebeurt, volgens de Wav, door een besluit van Provinciale Staten. Bij dit besluit hoort een kaart met een nauwkeurige begrenzing van de gebieden. Het gaat alleen om voor verzuring gevoelige gebieden die liggen in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De aanwijzing houdt rekening  met een aantal aspecten, zoals:

  • de natuurwaarden
  • de grootte van het gebied en
  • de gevolgen van de aanwijzing voor bestaande veehouderijen

De aanwijzing van nieuwe natuur als zeer kwetsbaar gebied is volgens de Wet ammoniak en veehouderij niet mogelijk. Ruimtelijke plannen die ruimte voor nieuwe natuur mogelijk maken vormen in het kader van de Wav daarom geen belemmering voor de nabije veehouderijen. Dit blijkt onder andere uit de uitspraken: