Wat gebeurt er als halverwege de vergunningprocedure de toestemming die de uitgebreide procedure oproept komt te vervallen?

Vraag

Er wordt een omgevingsvergunning aangevraagd voor meerdere activiteiten. Omdat voor één van die activiteiten in artikel 3.10 van de Wabo de uitgebreide procedure is voorgeschreven, wordt de aanvraag met de uitgebreide procedure behandeld. Halverwege de procedure blijkt de vergunningplicht voor de activiteit die de uitgebreide procedure oproept niet meer aan de orde te zijn.

Te denken valt bijvoorbeeld aan gevallen waarin de aanvraag mede betrekking heeft op;

  • het handelen in strijd met het bestemmingsplan, het bestemmingsplan na het in behandeling nemen van de aanvraag wordt gewijzigd en de activiteit met het nieuwe plan in overeenstemming is;
  • een handeling waarvoor op grond van Flora- en faunawet toestemming is aangevraagd, maar na in behandeling nemen van de aanvraag blijkt dat er geen beschermde soorten voorkomen in het gebied waarin het project zich bevindt;
  • het drijven van een Wm-inrichting, maar na in behandeling nemen van de aanvraag blijkt dat de inrichting niet meer vergunningplichtig is.

Wat gebeurt er dan?

Antwoord

Algemeen

Dat hangt er van af of de aanvrager zijn aanvraag voor de activiteit waarvoor achteraf geen omgevingsvergunning bleek te zijn vereist:

a. handhaaft of

b. intrekt.

In de gevallen, bedoeld onder a, wordt de vergunningprocedure conform de uitgebreide procedure voortgezet. Het uiteindelijke besluit kan dan inhouden dat de aanvraag, voor zover het de activiteit betreft waarvoor er geen vergunningplicht blijkt te zijn, buiten behandeling wordt gelaten of geweigerd. Of voor buiten behandeling laten of weigering moet worden gekozen is nog niet helemaal helder wegens het ontbreken van voldoende eenduidige jurisprudentie. Een uitgebreide bespreking van de voors en tegens van beide opties valt buiten het kader van deze vraag en antwoord. Wat wij wel kunnen aangeven is dat het valt te verwachten dat de rechter een besluit niet zal vernietigen vanwege de keuze voor de "verkeerde" optie (bijvoorbeeld door het besluit te lezen als ware de juiste optie gekozen), aangezien de aanvrager hierdoor in beginsel niet in zijn belangen wordt geschaad.

In de gevallen, bedoeld onder b, vervalt door het intrekken van de aanvraag voor de activiteit waarvoor de uitgebreide procedure gevolgd moet worden, op zichzelf de verplichting om die procedure te volgen en zou de reguliere voorbereidingsprocedure van toepassing worden. Dit is echter een zodanig ingrijpende wijziging van de aanvraag - onder meer omdat door het tijdsverloop inmiddels een vergunning van rechtswege kan zijn verleend - dat dit moet worden beschouwd als een nieuwe aanvraag, waarvoor de procedure - in dat geval dus de reguliere - weer geheel overnieuw begint te lopen.

Speciale gevallen

Gevolgen wijziging bestemmingsplan hangende een aanvraag om een omgevingsvergunning bouwen

De situatie kan zich voordoen dat ten tijde van de aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen een bestemmingsplan geldt waarmee het bouwplan in overeenstemming is (zonder dat het bouwplan in strijd is met een voorbereidingsbesluit of ontwerp-bestemmingsplan), terwijl ten tijde van de beslissing op de aanvraag een ander bestemmingsplan geldt waarmee het bouwplan in strijd is en er geen plicht heeft bestaan om de beslissing op de aanvraag vanwege het nieuwe bestemmingsplan aan te houden.

Onder de Woningwet heeft zich de vaste jurisprudentie ontwikkeld dat in zo'n geval, in afwijking van de bestuursrechtelijke hoofdregel dat getoetst moet worden aan het recht zoals dat geldt ten tijde van het nemen van het besluit, getoetst moet worden aan het bestemmingsplan zoals dat gold ten tijde van de aanvraag, indien dat voor de aanvrager gunstiger is. Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van 26 januari 2011, nr. 201005541/1/H1, overweging 2.6.1. Deze lijn uit de jurisprudentie kan onder de Wabo zonder meer worden doorgetrokken.

Vervallen vergunningplicht door wijziging wet- en regelgeving

Wanneer de vergunningplicht komt te vervallen doordat nationale regelgeving wordt gewijzigd, dan bevat deze regelgeving bijna altijd overgangsrechtelijke bepalingen die verzekeren dat aanvragen die zijn ingediend vóór inwerkingtreding van de nieuwe regelgeving, volgens het oude recht worden afgehandeld.

Het bevoegd gezag vergist zich in de procedure

De wet bepaalt welke procedure van toepassing is. Het feit dat het bevoegd gezag in het bericht van artikel 3.1, derde lid, Wabo, een andere procedure aangeeft doet daar niet aan af. Als dat anders zou zijn, dan zou dat een wel heel gemakkelijke manier zijn om het van rechtswege verlenen van een vergunning te kunnen omzeilen door het altijd van toepassing verklaren van de uitgebreide procedure. Dat kan de wetgever niet hebben bedoeld.

Als het bevoegd gezag aanvankelijk (in zijn bericht) er van uit is gegaan dat de uitgebreide procedure van toepassing is en het bevoegd gezag er later achter komt dat toch de reguliere procedure van toepassing is, dan kan het gebeuren dat de beslistermijn van de reguliere procedure al is verlopen. In dat geval is de gevraagde vergunning van rechtswege verleend. De wet bepaalt immers de procedure en dus ook dat wanneer de reguliere procedure van toepassing is, na verloop van de wettelijke termijn de omgevingsvergunning van rechtswege is verleend.

In de omgekeerde situatie, waarin het bevoegd gezag zegt dat de reguliere procedure van toepassing is, terwijl het de uitgebreide moet zijn, moet het bevoegd gezag verder gaan met de uitgebreide procedure. De wet bepaalt immers welke procedure moet worden gevolgd. Als er echter al een besluit is genomen, dan is de besluitvormingsprocedure afgerond en zal de gebruikelijke bezwaar- en beroepsprocedure moeten worden afgehandeld. Hierin kan dan worden aangevoerd dat de foute procedure is gevolgd. Indien dit niet gebeurt en de bezwaar en beroepstermijnen ongebruikt verstrijken, dan is het besluit rechtens onaantastbaar geworden, ook al is de foute procedure gebruikt.

Zie ook de vraag en antwoord Wanneer vervalt de omgevingsvergunning milieu als een bedrijf niet meer vergunningplichtig is.