Bodemvoorschriften voor het fokken, houden of trainen van vogels of zoogdieren
Uitwerpselen van dieren kunnen de bodem verontreinigen. De eisen staan in artikel 3.123 van de Activiteitenregeling.
Een vloeistofkerende vloer is voldoende om het bodemrisico tot verwaarloosbaar te beperken. Bij een dierenverblijf in de open lucht zoals een dierenweide ontbreekt de vloer. Een vloer is niet nodig als de uitwerpselen, voedselresten en dierlijke bijproducten regelmatig worden verwijderd.
Hiervoor is geen frequentie vastgesteld. Het bevoegd gezag kan met maatwerk de frequentie nader invullen. In artikel 3.124 staat dat dit kan als dat nodig is om geurhinder te beperken of om de bodem te beschermen.
Het uitvoeren van een bodemonderzoek is bij deze activiteit niet verplicht.