Energiebesparingsplicht Activiteitenbesluit

Op inrichtingen die een bepaald energieverbruik hebben, is de besparingsplicht van toepassing.

De drijver kan op twee manieren de energiebesparingsplicht voldoen. Door het nemen van erkende maatregelen of door zelf na te gaan welke energiebesparende maatregelen mogelijk zijn. Dit kunnen dan ook maatregelen zijn die een langere terugverdientijd dan 5 jaar hebben.

Of het om een inrichting gaat is niet zonder meer te zeggen. Dit is afhankelijk van de bedrijfsmatige omvang en de begrenzing.

Er zijn inrichtingen die hun zaak volledig aardgasloos bedrijven. Deze inrichtingen kunnen uiteraard niet de erkende energiebesparende maatregelen treffen die uitgaan van aardgasstook.

Het zijn verschillende verplichtingen uit Nederlandse en Europese regelgeving. Volgens de auditverplichting moet een onderneming voor iedere inrichting melden welke maatregelen zij willen nemen. De informatieplicht gaat over het melden van de al genomen maatregelen.

Toepassingen die uitgaan van gas worden niet verboden. Het zal langer duren dan 5 jaar voordat Nederland zonder gas kan. Steeds minder gas verbruiken door energiebesparende maatregelen toe te passen is wel een eerste stap.

Het is lastig te bepalen wie het bevoegd gezag moet aanschrijven bij veel huurders in korte tijd. In wetgeving is niet aangegeven wie in zulke gevallen de drijver van de inrichting is. Als het bevoegd gezag de eigenaar als drijver ziet, kan het inderdaad de eigenaar aanschrijven.

Een inrichting moet ook rapporteren welke maatregelen al zijn uitgevoerd als het al een energiebesparingsonderzoek heeft laten uitvoeren en dit heeft ingeleverd bij het bevoegd gezag.

Het is niet te verzekeren dat de manier van handhaven overal in Nederland gelijk is. Dat is wel het streven.

Bij een leeg gebouw is de kans groot dat er geen of een weinig energieverbruik is. De terugverdientijd is dan waarschijnlijk langer dan 5 jaar.