Stap 4a Geen nageschakelde techniek en geen hergebruik

In de meest eenvoudige situatie is er bij de betreffende activiteit geen nageschakelde techniek aanwezig en worden er bovendien geen oplosmiddelen binnen of buiten de activiteit hergebruikt (zie figuur 2).

Zie stap 5 voor definities en uitleg over alle gebruikte stromen in de figuur.

Figuur 2 Geen nageschakelde techniek én geen hergebruik van oplosmiddelen

figuur 2

Formules voor berekening basisgegevens

  • Verbruik: I1
  • Input: I1
  • Totale emissie: I1 - O6 - O7

In deze situatie zal een bedrijf vaak kiezen voor het volgen van een reductieprogramma of voor toetsing aan de totale emissiegrenswaarden, om aan te tonen dat men aan de eisen voor oplosmiddeleninstallaties voldoet.

Het verbruik, de input en totale emissie kunnen in de hier besproken situatie worden bepaald met behulp van de formules die bij figuur 2 zijn weergegeven. Of het noodzakelijk is ook de overige basisgegevens (afgasconcentratie, diffuse emissie, beoogde emissie, referentie-emissie en hoeveelheid product) te berekenen, hangt af van het regime dat het bedrijf kiest om aan te tonen dat men aan afdeling 2.11 voldoet.

De wijze van berekenen van deze basisgegevens wordt daarom niet hier uiteengezet, maar bij de verschillende regimes (Regime 1, 2, 3 of 4).

Gegevens die in elke oplosmiddelenboekhouding terugkeren, zijn de ingezette hoeveelheid VOS (I1), de hoeveelheid VOS in afval (O6) en bij de activiteiten 1, 17, 18 en 20 ook de hoeveelheid oplosmiddel in het product (O7). Zie stap 5: Bepaling van de afzonderlijke stromen voor een correcte bepaling van O6 en O7. Zie hoofdstuk 3.2 voor de berekening van I1.