Afstand tot externe objecten

Vraag

Welke afstand vanaf een opslagvoorziening met minder dan 10 ton gevaarlijke stoffen moet aangehouden worden tot externe objecten?

Antwoord

In de richtlijn PGS 15 staan geen afstanden tot externe objecten. Afstanden zijn in de regelgeving vastgelegd.

In het Activiteitenbesluit zijn veiligheidsafstanden opgenomen vanaf de opslagvoorzieningen voor de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen tot aan de dichtstbijzijnde woning van derden.

Voor de opslag van meer dan 2.500 kg brandbare gevaarlijke stoffen in verpakking minder dan 10.000 kg geldt een veiligheidsafstand van ten minste 20 meter (artikel 4.1). Basis van de afstand is het voorkomen van brandoverslag en bereikbaarheid van de opslagvoorziening bij brand. Uit onderzoek van TNO en het RIVM blijkt dat de afstand van 20 meter voldoende groot is om risicovolle situaties door het ontstaan van toxische verbrandingsproducten te voorkomen.

Ook blijkt uit onderzoek van TNO en RIVM dat deze veiligheidsafstand 8 meter is als:

  • de opslagvoorziening een Weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO) heeft van 60 minuten of
  • tussen de opslagvoorziening en de woning van derden een brandwerende voorziening van voldoende omvang is (artikel 4.1 lid 3). In de Activiteitenregeling (artikel 4.1 lid 4) staat wat een voldoende brandwerende voorziening is (brandmuur met een WBDBO van 60 minuten en een hoogte en lengte van twee meter aan weerszijden van de opslagvoorziening).

Als in een in de buitenlucht gesitueerde opslagvoorziening meer dan 1.000 liter brandbare gassen in gasflessen, gemeten in waterinhoud, aanwezig zijn bedraagt de afstand tussen de opslagvoorziening en de dichtstbijzijnde woning van derden tenminste 15 meter. Als de opslagvoorziening en de woning van derden een brandwerende voorziening van voldoende omvang aanwezig is, bedraagt de afstand ten minste 7,5 meter