Installatie voor het be- en verwerken van aardgas

Leeswijzer

Deze pagina begint met een uitleg van de activiteit "In werking hebben van een installatie voor het be- en verwerken van aardgas". Wat valt hier in het Activiteitenbesluit wel en niet onder?

De voorschriften van deze activiteit zijn van toepassing op inrichtingen type A, B en C.

In het linkermenu ziet u voor welke milieuthema's bij deze activiteit voorschriften gelden. Onderaan deze pagina vindt u per thema een link naar de uitleg over deze voorschriften.

Uitleg van de activiteit

Gasdrukregelstations zijn veelal in beheer van de netbeheerder of de energieleverancier. Onder deze activiteit valt onder andere:

  • het in werking hebben van een gasdrukmeet- en regelinstallatie
  • het in werking hebben van een aardgasdrukregelinstallatie, noodzakelijk voor een aardgasverbruikstoestel
  • het geleiden van gas door gasreinigers (cyclonenfilters) die ervoor zorgen dat het condensaat en/of stof uit gas worden afgevangen
  • het aanwezig hebben van meetapparatuur voor kwaliteitsmetingen
  • het met elkaar mengen van twee of meer gassoorten
  • het aanwezig hebben van een expansieturbine

De voorschriften zijn niet van toepassing op een categorie A installatie. De voorschriften zijn ook niet van toepassing als:

  • de maximale inlaatzijdige werkdruk meer dan 10.000 kiloPascal bedraagt
  • een expansieturbine aanwezig is
  • een drukverhogende installatie aanwezig is
  • de gastoevoerleiding een diameter van meer dan 50,8 centimeter heeft

Gasbehandeling valt niet onder deze activiteit. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het reinigen van gas bij de gasproductie waarbij het gas wordt gereinigd (ontdaan van condensaat) door toevoeging van andere stoffen (bijvoorbeeld glycol).

Categorie A, B of C

Installaties voor het reduceren van aardgasdruk, meten en regelen van aardgashoeveelheid of aardgaskwaliteit worden op basis van NEN 1059 ingedeeld in categorie A, B of C. Een categorie A installatie valt wel onder het Activiteitenbesluit, maar hiervoor gelden geen voorschriften. Voor de categorie B en C installaties geldt het Activiteitenbesluit wel. In de volgende tabel staan de kenmerken van de verschillende installaties vermeld.

Indeling installaties volgens NEN 1059

categorie A

categorie B

categorie C

ontwerpcapaciteit kleiner of gelijk aan:

  • 650 Nm3/u met een maximale operationele inlaatzijdige werkdruk die kleiner of gelijk aan 0,1 bar is
  • 10 Nm3/u met een maximale operationele inlaatzijdige werkdruk die kleiner dan of gelijk aan 16 bar is

ontwerpcapaciteit kleiner of gelijk aan 6.000 Nm3/u met een maximale operationele inlaatzijdige werkdruk die kleiner dan of gelijk aan 16 bar is, niet zijnde een gasdrukmeet- en regelinstallatie categorie A

maximale operationele inlaatzijdige werkdruk kleiner dan of gelijk aan 100 bar, niet zijnde een gasdrukmeet- en regelinstallatie categorie A of gasdrukmeet- en regelinstallatie categorie B


Hoe werkt het vanaf 2024?

Informatiepunt Leefomgeving