Alternatieven bij een beperkte Procedure

De beperkte m.e.r.-procedure is van toepassing op bepaalde projecten die een vergunning vereisen in het kader van de Wabo, Mijnbouwwet, Kernenergiewet, Waterwet of Ontgrondingenwet.
Bij concrete projecten (zoals inrichtingen met technische installaties voor een bepaald proces) is de technische en financiële speelruimte veelal beperkt, omdat initiatiefnemers vaak al aan één locatie vastzitten en de technische installaties werken volgens een bepaalde algemeen geaccepteerd procedé. Toch is het voor initiatiefnemer en bevoegd gezag goed in het begin van het proces samen - eventueel geassisteerd door een expert - te analyseren waar nog speelruimte resteert.

Praktijkervaring volop

Wettelijk verplicht is de beschrijving van de referentiesituatie: de situatie waarin het project niet door zou gaan, maar andere ontwikkelingen wél. Wettelijk verplicht is eveneens het uitwerken van ‘redelijkerwijs in beschouwing' te nemen alternatieven. Dit ‘redelijkerwijs' is op zichzelf nogal abstract, maar op basis van praktijkervaringen valt wel aan te geven wat u daar zo ongeveer onder moet verstaan. Diezelfde praktijkervaringen wijzen ook uit dat het omgaan met alternatieven minder lastig - of bedreigend - is dan dit op het eerste gezicht misschien lijkt.

Onderwerpen in deze module

Creativiteit - en dus ook het inschakelen van mensen die daarin een reputatie hebben - kan erg nuttig zijn bij het ontwikkelen van alternatieven. Maar ‘wees creatief' is wellicht een weinig zinvol advies. Gelukkig is het ontwikkelen van alternatieven voor een belangrijk deel ook gewoon ambachtelijk werk. De meer ambachtelijke aspecten staan centraal in deze module, die vooral bedoeld is voor initiatiefnemer en bevoegd gezag. In de praktijk van de beperkte m.e.r.-procedure bepalen juist deze partijen - in onderling overleg! - hoe er wordt omgegaan met alternatieven. Bij het raadplegen van deze module kunt u ook beginnen bij de belangrijkste aanbevelingen die op een rij zijn gezet .