Hoe bereken ik het ammoniakplafond van de Wav en het Activiteitenbesluit onder het Besluit emissiearme huisvesting?

Vraag

De maximale emissiewaarden voor melkrundvee in het Besluit emissiearme huisvesting zijn hoger dan onder het 'oude' Besluit huisvesting. Welke gevolgen heeft dat voor de berekening van het ammoniakplafond voor melkvee van de Wet ammoniak en veehouderij en artikel 3.113 en 3.114 van het Activiteitenbesluit?

Antwoord

Voor berekening van het ammoniakplafond met de Wet ammoniak en veehouderij en het Activiteitenbesluit, valt de berekening anders uit dan met het 'oude' Besluit huisvesting. Dit komt omdat de maximale emissiewaarde voor melk- en kalfkoeien is aangepast.

Het ammoniakplafond voor melkrundveehouderij komt overeen met 200 melkkoeien en 140 stuks vrouwelijk jongvee, uitgaande van de maximale emissiewaarde. Voor vrouwelijk jongvee wordt wegens het ontbreken daarvan gerekend met de emissiefactor van de Regeling ammoniak en veehouderij.

Vanaf 1 januari 2018 is het ammoniakplafond lager geworden, namelijk 2336 kg. Vanaf dan is de maximale emissiewaarde voor melkrundvee 8,6 kg per dierplaats per jaar.

Dit volgt uit de toelichting van het Besluit emissiearme huisvesting:

"Het bevoegd gezag is op grond van de Wav verplicht om bij beslissingen inzake de omgevingsvergunning voor de oprichting of verandering van een veehouderij de gevolgen van ammoniakemissie uit de tot de veehouderij behorende dierenverblijven te betrekken. De Wav stelt eisen in de vorm van emissieplafonds voor de totale ammoniakemissie van een veehouderij die is gelegen in of in de zone van een zeer kwetsbaar gebied. Bij de berekening van de emissieplafonds van veehouderijen moet gebruik worden gemaakt van de maximale emissiewaarden van dit besluit (art. 5, eerste lid, en art. 7, eerste lid, van de Wav). Door de actualisering van de emissiefactoren bij de hoofdcategorie rundvee (zie hierna) in combinatie met de aanscherping van de maximale emissiewaarden is de hoogte van het ammoniakplafond van melkrundveebedrijven die in of nabij de zeer kwetsbare gebieden liggen, gewijzigd. Het ammoniakplafond bedraagt bij de inwerkingtreding van dit besluit 2.836 kg (was daarvoor 2.446 kg) en wijzigt bij de verdere aanscherping van de maximale emissiewaarde per 1 januari 2018 in 2.336 kg. Melkrundveebedrijven die het vee permanent opstallen kunnen in beide gevallen precies 200 stuks melkvee en 140 stuks vrouwelijk jongvee houden. Voor deze bedrijven verandert dus niets, want ook als zo’n bedrijf onder het ingetrokken besluit precies zou hebben voldaan aan de toen geldende maximale emissiewaarde had dat bedrijf exact 200 stuks melkvee en 140 stuks jongvee kunnen houden. Melkveebedrijven die beweiding toepassen, zullen bij deze ammoniakplafonds meer dieren kunnen houden. Ook onder het ingetrokken besluit mocht een melkrundveehouderij bij toepassing van een emissiereducerend huisvestingssysteem in geval van beweiding meer melkvee houden dan in geval van permanent opstallen."