Lozen op een straatkolk

Een straatkolk is bedoeld voor de afvoer van hemelwater vanaf de straat. Een straatkolk is geen vuilnisput voor ander afval of afvalwater.

Vindplaats

Het lozen van afvalwater buiten een inrichting valt onder het Besluit lozen buiten inrichtingen (Blbi).

Sommige lozingen zijn in het besluit duidelijk geregeld. Bijvoorbeeld de afvoer van hemelwater, grondwater of zwembadwater, gevelreiniging.

Op basis van dit besluit moet je bij sommige activiteiten een melding doen als men afvalwater via een straatkolk op het riool wil lozen. Het bevoegde gezag moet een melding toetsen aan het besluit lozen buiten inrichtingen.

In dit besluit staat dat sommige lozingen vooraf duidelijk zijn geregeld. Denk aan afstromend hemelwater of schoon grondwater. Andere lozingen vallen onder de algemene systematiek:

  • lozingen in het vuilwaterriool mag op voorwaarde dat aan de zorgplicht wordt voldaan
  • lozen in een hemelwaterstelsel of een ontwateringsstelsel (schoonwaterriool) mag niet. Behalve als het bevoegd gezag dit vooraf uitdrukkelijk via maatwerk heeft geregeld.

Zorgplicht vuilwaterriool

Lozen in het vuilwaterriool mag op voorwaarde dat men voldoet aan de zorgplichtbepaling. Daarin staat dat door de lozing geen schade aan het riool of achterliggende zuivering mag optreden. Dat houdt in dat men bijvoorbeeld eigenlijk geen hemelwater mag lozen op het vuilwaterriool. Het lozen van dit water vermindert namelijk de effectiviteit van een RWZI.

In het algemeen zal het afvalwater met een of meer van volgende kenmerken geen schade aanrichten:

  • afvalwater met een temperatuur die lager is dan 30 oC
  • afvalwater waarvan de zuurgraad (pH) hoger is dan 6,5 en lager dan 10 is
  • afvalwater dat geen brand- of explosiegevaar kan veroorzaken.

Maatwerk

Het bevoegd gezag kan voorschriften aan een lozing verbinden op basis van de zorgplicht van het besluit. Bij het formuleren van een maatwerkvoorschrift kan het bevoegd gezag in eerste instantie van de bovengenoemde grenzen uitgaan.

Er zijn situaties denkbaar, waarbij geen sprake hoeft te zijn van een nadelige invloed op de doelmatige werking van het riool of het zuiveringstechnisch werk. Bijvoorbeeld omdat de beperkte mate van overschrijding of de duur van de lozingen. Het is dan niet redelijk om het water tot de hierboven vermelde grenzen te zuiveren.

Bij gereguleerde lozingen kan het bevoegd gezag in het kader van het milieubelang maatwerk opleggen bijvoorbeeld bij;

  • het reinigen van gevels, waarbij vooral de gebruikte methode en reinigingsmiddelen van grote invloed zijn op de schadelijkheid van de lozingen
  • het lozen van bemalingswater of wel ontwateren, van bijvoorbeeld bouwputten, waarbij vooral het geloosde volume de doelmatige werking van het openbaar riool en de achterliggende RWZI in gevaar kan brengen

Advies bij opstellen maatwerk

Bij het opstellen van maatwerk voor een lozing op het riool is het aan te raden om  advies te vragen aan:

  • de rioolbeheerder voor effecten op het riool, het geloosd volume
  • de waterkwaliteitsbeheerder voor effecten op de rioolwaterzuivering
  • de waterkwaliteitsbeheerder voor effecten op het oppervlaktewater.

Voorwaarden en verboden

Men moet voldoen aan de zorgplicht.