Te beoordelen activiteiten

In algemene zin biedt het Activiteitenbesluit bescherming tegen het geluid veroorzaakt door de:

  • in de inrichting aanwezige installaties en toestellen, en
  • in de inrichting verrichte werkzaamheden en activiteiten, en
  • laad- en losactiviteiten ten behoeve van en in de onmiddellijke nabijheid van de inrichting.

Het Activiteitenbesluit bevat voor veel verschillende situaties uitzonderingen. Deze uitzonderingen zijn hieronder opgesomd.

Geluidsbronnen die bij de beoordeling buiten beschouwing worden gelaten

Bij het bepalen van de geluidsniveaus worden in het Activiteitenbesluit de volgende geluidsbronnen genoemd die buiten beschouwing worden gelaten:

  • Het stemgeluid van mensen op een onverwarmd en onoverdekt terrein, dat onderdeel is van de inrichting, tenzij dit terrein kan worden aangemerkt als een binnenterrein (art. 2.18 lid 1 onder a).
  • Het stemgeluid van bezoekers op het open terrein van een inrichting voor sport- of recreatieactiviteiten (art. 2.18 lid 1 onder b).
  • Het geluid ten behoeve van het oproepen tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging of het bijwonen van godsdienstige of levensbeschouwelijke bijeenkomsten en begrafenissen en crematies, alsmede geluid in verband met het houden van deze bijeenkomsten of plechtigheden (art. 2.18 lid 1 onder c).
  • Het geluid voor het traditioneel ten gehore brengen van muziek tijdens het hijsen en strijken van de nationale vlag bij zonsopkomst en zonsondergang op militaire inrichtingen (art. 2.18 lid 1 onder d).
  • Het ten gehore brengen van muziek vanwege het oefenen door militaire muziekcorpsen in de buitenlucht gedurende de dagperiode met een maximum van twee uren per week op militaire inrichtingen (art. 2.18 lid 1 onder e).
  • Het ten gehore brengen van onversterkte muziek tenzij en voor zover daarvoor bij gemeentelijke verordening regels zijn gesteld (art. 2.18 lid 1 onder f).
  • Het traditioneel schieten, tenzij en voor zover daarvoor bij gemeentelijke verordening regels zijn gesteld (art. 2.18 lid 1 onder g).
  • Het stemgeluid van kinderen op een onverwarmd of onoverdekt terrein dat onderdeel is van een inrichting voor primair onderwijs, in de periode vanaf een uur voor aanvang van het onderwijs tot een uur na beëindiging van het onderwijs (art. 2.18 lid 1 onder h).
  • Het stemgeluid van kinderen op een onverwarmd of onoverdekt terrein dat onderdeel is van een instelling voor kinderopvang (art. 2.18 lid 1 onder i).
  • Het maximaal geluidsniveau (LAmax) als gevolg van sportactiviteiten in de open lucht en het komen en gaan van bezoekers bij horeca-, sport- en recreatie-activiteiten wordt buiten beschouwing gelaten (art. 2.18 lid 3 onder a en b).
  • Het maximaal geluidsniveau (LAmax) als gevolg van laad- en losactiviteiten in de avond- en nachtperiode ten behoeve van de aan- en afvoer van producten bij agrarische inrichtingen, voor zover dat ten hoogste een keer in de genoemde periode plaatsvindt (art. 2.18 lid 3 onder c).
  • Het maximaal geluidsniveau (LAmax) als gevolg van het verrichten van activiteiten in de avond- en nachtperiode tussen 19.00 uur en 6.00 uur ten behoeve van het wassen van kasdekken bij agrarische inrichtingen (art. 2.18 lid 3 onder d).
  • Het maximaal geluidsniveau (LAmax) als gevolg van het aandrijfgeluid van motorvoertuigen bij laad- en losactiviteiten tussen 23.00 en 7.00 als de drijver van de inrichting aantoont dat het geldende maximaal geluidsniveau niet te bereiken is door het treffen van maatregelen en het niveau van het aandrijfgeluid op een afstand van 7,5 meter van het motorvoertuig niet hoger is van 65 dB(A) (art. 2.18 lid 4).
  • Het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) als gevolg van het stomen van grond met een installatie van derden (art. 2.18 lid 6).
  • In de dagperiode zijn de waarden voor maximale geluidsniveaus niet van toepassing op laad- en losactiviteiten (art. 2.17). Onder laden en lossen valt bijvoorbeeld het slaan van autoportieren of het starten van auto's, dit is bij geluidsvoorschriften voor laden en lossen uitgelegd.
  • Voor wat betreft een agrarische inrichting, niet zijnde een glastuinbouwbedrijf dat is gelegen in een glastuinbouwgebied, wordt voor wat betreft de beoordeling van het langtijdgemiddelde beoordelingnivau het geluid van werkzaamheden en activiteiten (mobiele bronnen) in beginsel buiten beschouwing gelaten (artikel 2.17, lid 5). De waarden uit tabel 2.17e zijn uitsluitend van toepassing op geluid afkomstig van vast opgestelde installaties en toestellen.
  • Het maximale geluidsniveau (LAmax) als gevolg van het uitrukken van motorvoertuigen bij ongevallenbestrijding, brandbestrijding, gladheidsbestrijding en het vrijmaken van een weg na een ongeval (art. 2.22). Om geluidsoverlast zoveel mogelijk te beperken ligt het voor de hand dat bij de locatiekeuze van een dergelijke inrichting rekening gehouden wordt met de maximale geluidsniveaus.

Voor onversterkte muziek en traditioneel schieten geldt de voorwaarde dat de onversterkte muziek en traditioneel schieten buiten beschouwing kunnen worden gelaten tenzij en voor zover daarvoor bij gemeentelijke verordening regels zijn gesteld. De VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) heeft voor onversterkte muziek in zijn model APV regels opgenomen.