Geluid in 't kort-RWZI's
De uitleg op deze pagina geldt voor rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI's). RWZI's zijn inrichtingen voor het opslaan, behandelen of reinigen van afvalwater.
De belangrijkste regels voor geluid van RWZI's in het Activiteitenbesluit hebben betrekking op:
Op de pagina Geluid in het Activiteitenbesluit vindt u uitgebreide informatie over de geluidsregels in het Activiteitenbesluit.
Melding en akoestisch rapport
Vier weken voor oprichting of verandering van een inrichting moet de inrichtinghouder een melding doen bij het bevoegd gezag. Bij verandering is een melding alleen nodig als een afwijking ontstaat van eerder verstrekte gegevens. Meer informatie over de melding staat onder "Melding en Activiteitenbesluit internetmodule".
In de volgende gevallen is een akoestisch onderzoek bij een melding voor het oprichten of veranderen van een inrichting verplicht of kan het bevoegd gezag er om vragen:
- Inrichting met aangewezen activiteiten (artikel 1.11)
- Inrichting op een gezoneerd industrieterrein
- Inrichting met een zeer reële kans op geluidhinder
RWZI's voor het reinigen van afvalwater door middel van waterstraal- of oppervlaktebeluchters met een capaciteit van 120.000 of meer vervuilingseenheden zijn aangewezen in artikel 1.11 en moeten een akoestisch rapport bij de melding voegen. Deze inrichtingen zijn grote lawaaimakers en hiervoor gelden aanvullende eisen voor het akoestisch rapport. Een akoestisch rapport dient het materiaal te leveren waarop het bevoegd gezag zijn oordeel kan baseren of het oprichten of veranderen van de inrichting binnen de geluidszone past en of de inrichting in een representatieve bedrijfssituatie aan de geluidsgrenswaarden voor het langetijdgemiddelde beoordelingsniveau kan voldoen. Als uit het akoestisch rapport voor deze RWZI's blijkt dat het bedrijf niet aan de grenswaarden uit de Wet geluidhinder kan voldoen moet de OBM geweigerd worden of moeten bij maatwerkvoorschrift aangepaste geluidseisen gesteld worden, zodat aan de normen voor de geluidszone wordt voldaan.
Beschermingsniveau
Het beschermingsniveau tegen geluidhinder is geregeld in Afdeling 2.8 Geluidhinder. Het Activiteitenbesluit geeft doelvoorschriften voor geluid. De voorschriften zijn doorgaans van toepassing op het bedrijf als geheel en niet op afzonderlijke activiteiten. Het besluit en de ministeriële regeling schrijven geen specifieke geluidsmaatregelen voor.
Het Activiteitenbesluit biedt aan een beperkt aantal objecten bescherming. Het gaat om gevoelige gebouwen (waaronder woningen) en gevoelige terreinen. Het Activiteitenbesluit sluit hierbij aan bij het begrippenkader uit de Wet geluidhinder.
In algemene zin biedt het Activiteitenbesluit bescherming tegen het geluid veroorzaakt door de:
- in de inrichting aanwezige installaties en toestellen
- in de inrichting verrichte werkzaamheden en activiteiten en
- laad- en losactiviteiten ten behoeve van en in de onmiddellijke nabijheid van de inrichting.
Het Activiteitenbesluit bevat voor veel verschillende situaties uitzonderingen. Enkele voorbeelden van activiteiten die voor de beoordeling van het geluid niet worden beschouwd zijn:
- het maximale geluidsniveau van laad- en losactiviteiten in de dagperiode
- het stemgeluid van spelende kinderen op een speelplaats
- het ten gehore brengen van onversterkte muziek tenzij en voor zover daarvoor bij gemeentelijke verordening regels zijn gesteld
Het Activiteitenbesluit bevat standaard waarden voor het beschermingsniveau tegen geluidhinder. Het gaat om het toegestane langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) en het maximale geluidsniveau (LAmax).
Voor RWZI's gelden de standaardwaarden uit onderstaande tabel.
|
Periode (uur) |
||
---|---|---|---|
07-19 |
19-23 |
23-07 |
|
LAr,LT op de gevel van gevoelige gebouwen |
50 |
45 |
40 |
LAr,LT in geluidsgevoelige ruimten en verblijfsruimten van in- en aanpandige gevoelige gebouwen |
35 |
30 |
25 |
LAmax op de gevel van gevoelige gebouwen |
70 |
65 |
60 |
LAmax in geluidsgevoelige ruimten en verblijfsruimten van in- en aanpandige gevoelige gebouwen |
55 |
50 |
45 |
De waarden in voorgaande tabel gelden niet in alle gevallen. Andere grenswaarden kunnen deels of onder voorwaarden gelden in de volgende situaties:
- In specifieke gebieden:
- Voor specifieke inrichtingen:
- Vergunningplichtige inrichtingen
- Als er maatwerkvoorschriften zijn opgesteld
- Als een gemeentelijke verordening van toepassing is
- Als inrichtingen onder het overgangsrecht vallen
Mogelijkheden voor maatwerk
In het Activiteitenbesluit is een aantal mogelijkheden voor individueel maatwerk opgenomen. Het gaat bijvoorbeeld om:
- Het vaststellen van een hogere of lagere waarde dan de standaard grenswaarde.
- Het aanwijzen van een ander beoordelingspunt dan een geluidsgevoelig object als punt waarop de geluidsnorm geldt.
- Het vaststellen van voorzieningen en gedragsregels om te bereiken dat aan de geluidsnormen wordt voldaan. Bijvoorbeeld het dichthouden van ramen en deuren of aanbrengen van geluidsbegrenzers bij muziekgeluid.
- Het vaststellen van maatwerkvoorschriften om indirecte geluidhinder te voorkomen op grond van de zorgplichtbepaling.
Maatwerk kan ook gelden op basis van het overgangsrecht.
Overgangsrecht geluid
In het algemeen geldt dat wanneer geluidsartikelen uit een (vervallen) vergunning strenger of soepeler zijn dan het Activiteitenbesluit, de voorschriften uit de milieuvergunning nog drie jaar na het tijdstip van het van toepassing worden van het Activiteitenbesluit op die inrichting gelden.
Voor het aspect geluid staat het speciale overgangsrecht in Afdeling 2.8.
Meer informatie
Op de webpagina Geluid in het Activiteitenbesluit vindt u uitgebreide informatie over de geluidsregels in het Activiteitenbesluit.