Emissiegrenswaarden

De emissiegrenswaarden bij het gebruik van niet standaard brandstoffen is afhankelijk van het type stookinstallatie en het thermisch ingangsvermogen.

Bij gebruik van niet-standaard brandstoffen bij middelgrote stookinstallaties, gelden de emissie-eisen paragraaf 5.1.5. Dit geldt voor middelgrote standaard en niet-standaard stookinstallaties.

In het geval van bijzondere stookinstallaties gelden de eisen uit afdeling 2.3. Ook voor kleine (<1 MW) niet-standaard stookinstallaties gelden de eisen uit afdeling 2.3. Dit zijn de indirect gestookte stookinstallaties zoals thermische olieketels of indirect gestookte ovens.




Bijzondere stookinstallatie

Het kenmerk van bijzondere stookinstallaties is dat er emissies vrijkomen naast de emissies door de verbranding van brandstoffen. Bijzondere stookinstallaties zijn direct gestookte stookinstallaties.

Voorbeelden van bijzondere stookinstallaties zijn:

  • thermische naverbrander
  • fakkel
  • direct gestookte ovens en drogers
  • overige direct gestookte stookinstallaties