Middelingsbepaling en piekemissiebepaling

Algemeen uitgangspunt is dat het bevoegd gezag de halfuurgemiddelde concentraties toetst aan de emissiegrenswaarden. Voor een aantal emissiesituaties kan het bevoegd gezag hiervoor een uitzondering maken. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in de middelingsbepaling en de piekemissiebepaling.

Middelingsbepaling

De emissiegrenswaarden uit artikel 2.5 van het Activiteitenbesluit zijn van toepassing op de halfuurgemiddelde waarden. Maar emissies kunnen zo sterk variëren in de tijd dat het opleggen van emissiegrenswaarden voor halfuurgemiddelde concentraties niet realistisch is. In dat geval is middeling van de emissieconcentratie over een langere periode mogelijk. Dit zal vooral voor kunnen komen bij discontinue, fluctuerende emissies. De langere middelingsduur is nooit langer dan de emissieduur

Piekemissiebepaling

Piekemissies zijn incidentele hoge waarden in de halfuurgemiddelde concentraties of in de emissievracht per uur.

De volgende drie frequentieniveaus zijn te onderscheiden:

  • Als in het emissieverloop regelmatig (enkele keren per dag) pieken optreden, is het emissieverloop in te delen als een fluctuerend emissiepatroon. Het bevoegd gezag kan dan de middelingsbepaling toepassen ter beoordeling van het emissieniveau van de regelmatig optredende pieken.
  • Pieken die af en toe optreden en een jaarvracht hebben van meer dan 100 maal de grensmassastroom hebben een bedrijfsspecifiek karakter. Ter beoordeling van de emissieconcentratie of emissievracht is maatwerk nodig. Op deze pieken is geen bijzondere bepaling van toepassing.
  • Op pieken die af en toe optreden en een jaarvracht hebben die (naar schatting) lager is dan 100 maal de grensmassastroom is de piekemissiebepaling van toepassing. Deze pieken tellen dan niet mee bij het vaststellen van de halfuurgemiddelde waarde. Door de geringe jaarvracht is het opleggen van de algemene emissiegrenswaarden uit het Activiteitenbesluit in het algemeen niet redelijk. Voor deze pieken kan het bevoegd gezag aangepaste concentratieniveaus en een maximale frequentie van voorkomen opnemen in een maatwerkbesluit. Dit kan op basis van artikel 2.7 van het Activiteitenbesluit.

Het bevoegd gezag houdt bij de beoordeling van piekemissies rekening met de aard van de bronnen (stoffen met een minimalisatieverplichting: ZZS) en de eventuele hinder.