Rekenen in bijzondere gevallen

Veiligheidsmaatregelen

Veiligheidsmaatregelen vallen normaal gesproken niet onder de noemer 'milieumaatregel' binnen deze kosteneffectiviteitsmethodiek. Maar veiligheidsmaatregelen kunnen nodig zijn omdat het bedrijf een milieumaatregel toepast. In dat geval is het wel redelijk om de veiligheidsmaatregel als onderdeel van de milieumaatregel te beschouwen.

Als een milieumaatregel veiligheidsmaatregelen overbodig maakt, kan dit voor een deel leiden tot besparingen. De overbodigheid van nog niet afgeschreven 'hardware' leidt tot kapitaalvernietiging door desinvestering. Afname van de operationele kosten van de veiligheidsmaatregelen leidt tot besparingen.

Capaciteitswijziging tijdens invoering van de milieumaatregel

Een toename of afname van het werkelijke productievolume van het proces heeft geen invloed op de kosteneffectiviteit volgens de berekeningsmethode uit bijlage 2 van het Activiteitenbesluit. Dit omdat de emissie zowel zonder als met maatregel wordt geëxtrapoleerd naar de maximaal vergunde capaciteit.

Wanneer tijdens de realisatie van de maatregel de vergunde capaciteit verandert, heeft dit wel een effect. De emissie geëxtrapoleerd naar de capaciteit in de nieuwe vergunning vormt dan het uitgangspunt. De uitbreiding kan ook gaan over de opening van een nieuwe productielijn die een eigen milieumaatregel krijgt. De berekening van de kosteneffectiviteit van de maatregel is dan gebaseerd op de kosten en effecten bij deze productielijn.

Simultaan milieueffect en ander effect

Het kan voorkomen dat het bedrijf een maatregel treft om zowel een milieueffect als een ander effect te bereiken. Dit andere effect kan dan liggen op het gebied van de arbeidsomstandigheden of de veiligheid. In een dergelijk geval kan niet de gehele maatregel als milieumaatregel worden gezien. Een deel van de maatregel zal als ARBO- of veiligheidsmaatregel moeten worden beschouwd.

Om de milieu-investering van het andere deel te scheiden kan een theoretische minimale ARBO- of veiligheidsmaatregel worden gedefinieerd, waarvan de kosten kunnen worden bepaald. Dit zijn de minimale andere kosten. Wanneer men deze minimale andere kosten van de totale kosten aftrekt, blijven de milieukosten over.

Meerdere effecten

De meeste milieumaatregelen hebben meer milieueffecten dan het effect waarvoor deze maatregelen zijn ontworpen en gerealiseerd. Hoofdregel in de kosteneffectiviteitsmethodiek uit het Activiteitenbesluit is dat alleen rekening wordt gehouden met die component waarvoor het bedrijf de milieumaatregel treft. Andere effecten worden niet in beschouwing genomen, behalve als een maatregel uitdrukkelijk is gerealiseerd om de emissies van meerdere componenten te reduceren. In dat geval kan bij de berekening van de kosteneffectiviteit van een maatregel een verdeelsleutel gehanteerd worden. De werkwijze staat hieronder.

Het sommeren van verschillende typen componenten gebeurt met weegfactoren. Hierdoor wordt de emissiereductie van een kilo van component A meer waard dan de emissiereductie van een kilo van een minder schadelijke component B.

De formule hieronder geeft de berekening voor het deel van de totale kosten dat aan de bestrijding van één van de componenten toegekend kan worden.
formule TKa

  • TKA: totale kosten van component A in euro’s
  • TK: totale kosten van de maatregel in euro’s
  • QA en QB: hoeveelheden vermeden emissie van A en B in kg
  • wfA en wfB: weegfactoren van A en B (dimensieloos)

De kosteneffectiviteit van component A bestaat dan uit de totale kosten van component A gedeeld door de hoeveelheid vermeden emissie van A: TKA / QA.

De emissiegrenswaarde van een component bepaalt de zwaarte van de weegfactor in deze methodiek. De dimensieloze weegfactor is 100 delen door de emissiegrenswaarde van de component.

De fysische of economische achtergrond van deze wijze van vaststellen van de weegfactoren is beperkt. Daardoor is het gebruik van de weegfactoren beperkt tot het beantwoorden van de vraag welk deel van de kosten gerelateerd kunnen worden aan verwijdering van componenten A en B.