Spuiwaterdebiet

Bij alle luchtwassystemen wordt over het filterpakket waswater rondgepompt. Dit waswater neemt schadelijke stoffen op. Daarom moet na verloop van tijd een deel van het waswater worden gespuid. Het spuien gebeurt op basis van de geleidbaarheid van het waswater. Bij een biofilter wordt geen waswater gespuid.

Waarom spuien?

Bij elke luchtwasser moet voldoende worden gespuid om een goede werking van de luchtwasser te behouden. Bij het onvoldoende spuien bij een chemisch luchtwassysteem bestaat het gevaar dat het ammoniumsulfaat gaat neerslaan. Bij een biologisch luchtwassysteem kan de biologische activiteit worden geremd.

Centrale recirculatietank
Bij het gebruik van een centrale recirculatietank voor meerdere luchtwassers wordt uit deze tank gespuid en niet uit de afzonderlijke luchtwassers. Het spuiwaterdebiet uit deze recirculatietank wordt dan gemeten en geregistreerd. Dit debiet is het totale spuiwaterdebiet van de luchtwassers die zijn aangesloten op de centrale recirculatietank.

Biofilter
In een biofilter wordt het filterpakket vochtig gehouden. Bij een biofilter wordt geen waswater gespuid. Er is voor dit filter dan ook geen eis voor het spuiwaterdebiet. Het is wel mogelijk dat een beetje water uit het biofilter lekt. De reden hiervan is dat het nooit lukt om het biofilter precies zo te bevochtigen dat al het water door het filter wordt opgenomen. Het uitgelekte water wordt percolaatwater genoemd.

Bandbreedte

Het spuiwaterdebiet moet binnen een bepaalde bandbreedte liggen. Er zijn kengetallen voor het spuiwaterdebiet.

Voor 1 januari 2013 was het niet gebruikelijk om luchtwassystemen uit te voeren met een spuiregeling op basis van geleidbaarheid. Bij de chemische luchtwassystemen stond toen in de systeembeschrijving  een waarde voor het gehalte aan ammoniumsulfaat in het spuiwater. Dit is vervangen door sturing met geleidbaarheid.

In de opleveringsverklaring staat een waarde voor het spuiwaterdebiet (m3 per jaar). Deze waarde moet zijn afgestemd op de specifieke praktijksituatie waarin deze luchtwasser is geplaatst. Hierbij wordt rekening gehouden met de huisvestingssystemen in de stal waarin de dieren worden gehouden.

Wanneer het gemeten spuiwaterdebiet afwijkt van de bandbreedte is de luchtwasser niet goed in werking. Dit betekent dat een actie nodig is om de luchtwasser weer goed te laten functioneren. Welke actie nodig is, staat in de gedragsvoorschriften.

Afhankelijk van de opbouw van het gecombineerde luchtwassysteem is sprake van één of meerdere spuiwaterstromen. Het spuiwaterdebiet van elke spuiwaterstroom moet liggen binnen de bandbreedte.

Voor biologische luchtwassystemen is er een minimum- en maximumwaarde voor het spuiwaterdebiet. Voor chemische luchtwassystemen alleen voor het minimum spuiwaterdebiet.

Meten spuiwaterdebiet

Het actuele spuiwaterdebiet moet continu worden gemeten. Ieder uur moet de waarde van deze parameter worden geregistreerd (hoeveelheid spuiwater in elk uur is gespuid). Ook moet het cumulatieve spuiwaterdebiet worden geregistreerd.