Oorzaken weinig spuiwater biologische luchtwassers

Er zijn verschillende mogelijke oorzaken voor een te lage spuiwaterproductie bij biologische luchtwassers. De onderstaande lijst is niet uitputtend. 
Bij de oorzaken staan mogelijke acties om te zorgen voor een goede werking van het luchtwassysteem. Dit zijn geen voorschriften of verplichte acties. De veehouder is verplicht om te zorgen voor een goede werking, maar hij kan dat ook op een andere manier doen.

B0 - Spuiwatermeter werkt niet goed

Gevolgen voor de werking Aanwijzingen voor de oorzaak Actie door (of in opdracht van) veehouder
De luchtwasser kan wel goed werken en voldoende spuiwater produceren, maar de veehouder en de toezichthouder kunnen dit niet, of niet goed zien.

De geregistreerde  spuiwaterhoeveelheid wijkt af van de werkelijk afgevoerde hoeveelheid spuiwater.

Kalibreren en als nodig correct afstellen, of vervangen van de spuiwatermeter.

B1 - pH te hoog

Gevolgen voor de werking Aanwijzingen voor de oorzaak Actie door (of in opdracht van) veehouder
Geen, of te weinig omzetting ammoniak in ammoniumnitriet en ammoniumnitraat. De geleidbaarheid loopt daardoor niet, of te langzaam, op en de luchtwassers spuit niet, of te weinig.

Registratie van de pH in de elektronische monitoring, als de pH- sensor goed werkt (daarvoor moet de sensor wekelijks worden schoongemaakt).

Doseerinstallatie voor pH regulering (laten) aanleggen.
Overige omstandigheden (o.a. temperatuur waswater) voor de nitrificerende bacteriën optimaliseren.

B2 - pH te laag

Gevolgen voor de werking Aanwijzingen voor de oorzaak Actie door (of in opdracht van) veehouder

Processen waarbij ammoniak in andere stikstofgassen, waaronder lachgas, worden omgezet en die niet overeenkomen met het werkingsprincipe van de luchtwasser.

Registratie van de pH in de elektronische monitoring, op voorwaarde dat de pH- sensor goed werkt (daarvoor moet de sensor wekelijks worden schoongemaakt).  Het verwijderingsrendement voor ammoniak kan voldoende zijn, maar omdat de luchtwasser ammoniak in andere componenten omzet, werkt hij toch niet goed.

Luchtwasser, en vooral de proceswaterbak, reinigen. Eventueel Doseerinstallatie voor pH regulering (laten) aanleggen.

B3 - Luchtwasser heeft perioden uitgestaan

Gevolgen voor de werking Aanwijzingen voor de oorzaak Actie door (of in opdracht van) veehouder

Proceswater wordt niet rondgepompt over het filterpakket. Daardoor wordt ammoniak niet opgenomen in het waswater en niet omgezet in ammoniumnitriet en ammoniumnitraat.

Het totale elektriciteitsverbruik van de waswaterpomp neemt niet toe. Ook de geleidbaarheid neemt niet toe.

Zorgen dat de luchtwasser altijd aan staat.
Afspraken maken en vastleggen in onderhoudscontract dat reparatie en vervanging onderdelen snel plaatsvinden. Als de luchtwasser langere tijd (meer dan 24 uur) uitstaat moet dit gemeld worden aan het bevoegd gezag.

B4 - Luchtwasser is te klein gedimensioneerd

Gevolgen voor de werking Aanwijzingen voor de oorzaak Actie door (of in opdracht van) veehouder

De capaciteit is te laag. Daardoor wordt te weinig ammoniak omgezet in ammoniumnitriet en –nitraat.

Vergelijking van de dimensionering met het werkelijke maximale ventilatiedebiet in de stal.

Ventilatie aanpassen aan de dimensionering van de luchtwasser (eventueel minder dieren), of luchtwasser uitbreiden of vervangen door een goed gedimensioneerde luchtwasser.

B5 - EC-sensor is vervuild

Gevolgen voor de werking Aanwijzingen voor de oorzaak Actie door (of in opdracht van) veehouder
Sensor registreert een lagere geleidbaarheid, waardoor de luchtwasser niet tijdig spuit. De geleidbaarheid kan teveel toenemen, waardoor de biologische activiteit wordt geremd en minder ammoniak wordt omgezet in ammoniumnitriet en ammoniumnitraat

Als de biologische activiteit wordt geremd, zal de pH toenemen. Als er tegelijkertijd verzuring optreedt in de proceswaterbak, is een verhoogde pH niet altijd waarneembaar.

EC-sensor wekelijks schoonmaken.

B6 - Te laag waswaterdebiet, door verkeerde afstelling frequentieregelaar voor pomp, te lichte pomp, versleten pomp of vervuilde filters

Gevolgen voor de werking Aanwijzingen voor de oorzaak Actie door (of in opdracht van) veehouder
Er lost te weinig ammoniak op in het waswater, waardoor er te weinig wordt omgezet in ammoniumnitriet en –nitraat. Bovendien kunnen delen van het filterpakket droogvallen en dichtslaan met stof.

Laagdebietalarmering. Elektriciteitsverbruik waswaterpomp. Capaciteit waswaterpomp ten opzichte van totaal vereiste capaciteit van alle sproeiers. Als delen van het filterpakket droogvallen, neemt de drukval toe.

Voor voldoende debiet zorgen (frequentieregelaar goed afstellen, waswaterpomp vervangen en/of, filters  schoonmaken)

B7 - Verstopte sproeiers

Gevolgen voor de werking Aanwijzingen voor de oorzaak Actie door (of in opdracht van) veehouder
Er lost te weinig ammoniak op in het waswater, waardoor er te weinig wordt omgezet in ammoniumnitriet en –nitraat. Bovendien kunnen delen van het filterpakket droogvallen en dichtslaan met stof.

Laagdebietalarmering. Elektriciteitsverbruik waswaterpomp. Capaciteit waswaterpomp ten opzichte van totaal vereiste capaciteit van alle sproeiers. Als delen van het filterpakket droogvallen, neemt de drukval toe. Als het filterpakket helemaal droogvalt, kan de drukval ook afnemen.

Sproeiers schoonmaken.

B8 - Niet alle lucht verlaat de stal via de luchtwasser (illegale bypass, open deur in de drukkamer, drukkamer of andere onderdelen van het ventilatiesysteem zijn niet lekdicht uitgevoerd)

Gevolgen voor de werking Aanwijzingen voor de oorzaak Actie door (of in opdracht van) veehouder
De lucht die niet door de luchtwasser gaat, gaat ongezuiverd naar buiten. Vergelijking ventilatiedebiet met het luchtdebiet in de luchtwasser. (Behoort niet tot verplichte parameters elektronische monitoring). Eventueel indicatieve meting ammoniakgehalte in leklucht

Zorgen dat alle lucht door de luchtwasser gaat. Lekken dichtmaken

.

B9 - Filterpakket heeft een te klein contactoppervlak (verkeerd filtermateriaal)

Gevolgen voor de werking Aanwijzingen voor de oorzaak Actie door (of in opdracht van) veehouder
Er lost te weinig ammoniak op in het waswater, waardoor er te weinig wordt omgezet in ammoniumnitriet en –nitraat. Nauwelijks controleerbaar voor toezichthouder. Eventueel administratief: specificaties gebruikt filtermatieraal.

Filterpakket vervangen

B10 - Te dun filterpakket

Gevolgen voor de werking Aanwijzingen voor de oorzaak Actie door (of in opdracht van) veehouder
Er lost te weinig ammoniak op in het waswater, waardoor er te weinig wordt omgezet in ammoniumnitriet en –nitraat. Specificaties van het filterpakket in de opleveringsverklaring. Bij twijfel in de luchtwasser kijken en de dikte van het pakket meten.

Filterpakket vervangen / aanvullen met een extra laag.

B11 -In de stal komt minder ammoniak vrij, dan is berekend volgens de Regeling ammoniak en veehouderij

Gevolgen voor de werking Aanwijzingen voor de oorzaak Actie door (of in opdracht van) veehouder
Door minder ammoniak neemt de geleidbaarheid langzamer toe en spuit de luchtwasser minder en minder vaak.

Ammoniakmeting in de stal, of lagere ammoniakproductie onderbouwen (bijvoorbeeld aantonen voermaatregelen).

Bevoegd gezag informeren dat dit de oorzaak is van minder spui en dat het niet komt door één van bovenstaande overtredingen. Als het structureel is: opleveringsverklaring laten aanpassen.