6.3.7.6 Oppervlaktebronnen

Het gebruik van een oppervlaktebron in plaats van losse puntbronnen zonder of met weinig pluimstijging.

In enkele bijzondere situaties kiest men beter voor een oppervlaktebron. In plaats van te kiezen voor veel afzonderlijke bronnen met (weinig, dus te verwaarlozen) pluimstijging:

  • bepalen van de immissies door wegverkeer (uitgezonderd NOx ) over een groter gebied
  • bepalen van andere immissies (bijvoorbeeld door ruimteverwarming van huizen in een woonwijk, of de emissies van een gepland industrieterrein)

Voor deze oppervlaktebronnen geldt dat de emissiehoogte in principe op 1,5 meter wordt ingesteld. Ook stelt het model de warmte-emissie en uitstroomsnelheid standaard op nul: er wordt dus geen pluimstijging berekend. Ook wordt er geen schijnbare schoorsteenverlaging door down-wash berekend.