6.3.7.5 Koeltorens

Het modelleren van pluimstijging bij koeltorens.

Bij een koeltoren kan de pluimstijging op een drietal aspecten afwijken:

  • condensatie en verdamping van het vocht
  • de grote opening aan de bovenzijde (geen echte puntbron)
  • obstructie van de wind rond de koeltoren

In Duitsland is speciale aandacht besteed aan de modellering van condenserende en verdampende koeltorenpluimen (met variërende dichtheid). Juist vanwege deze afwijkende aspecten. In hoeverre de pluimstijgmodellering van het NNM nog kan worden toegepast hangt af van vele aspecten en is niet eenvoudig in vuistregels te vertalen.

Op basis van een KEMA studie in 1990 kan gesteld worden dat de pluimstijging vanuit koeltorens in praktijksituaties niet sterk verschilt van pluimstijging vanuit puntbronnen. Zodat de aanbeveling is een koeltoren op de gebruikelijke wijze te modelleren.

Beïnvloeding van pluimverspreiding door een andere koeltoren valt buiten de scope van het NNM. Dit geldt ook voor de beïnvloeding van een schoorsteenpluim door een naastgelegen koeltoren. De vuistregel voor het samenvoegen van de warmte emissies van twee pluimen kan hier niet op toegepast worden.