Toelichting OBM-plicht artikel 2.2a Besluit omgevingsrecht
De OBM is van toepassing op twee typen activiteiten. Dit zijn activiteiten waarvoor:
- het bevoegd gezag moet toetsen of de activiteit past in de lokale situatie
- een m.e.r-beoordeling verplicht is (m.e.r.-OBM)
In de tabel hieronder staat aangegeven voor welke activiteiten een OBM nodig is. Zie voor uitgebreide informatie de links in de derde kolom of het overzicht per categorie activiteiten.
OBM en m.e.r.-beoordelingsplicht
Een aparte pagina geeft aan wanneer de "m.e.r.-OBM" verplicht is en wanneer hij moet worden verleend of geweigerd.
OBM ook bij verandering van de inrichting?
Als de aangewezen activiteit (onder meer) het oprichten, wijzigen/veranderen of uitbreiden van een inrichting is, dan is de OBM vereist bij oprichting èn bij latere wijzigingen.
Geldt de OBM alleen voor het uitvoeren van de activiteiten, dan is de toestemming alleen nodig om de activiteit te kunnen starten. Er is dan geen OBM nodig voor wijzigingen. Voorbeeld: het opslaan en bewerken van een bepaalde afvalstof.
Meerdere OBM's voor één inrichting?
Het is prima mogelijk dat er voor één inrichting meerdere OBM's nodig zijn.
Er zijn bijvoorbeeld diverse soorten veehouderijen, waarvoor twee OBM's nodig zijn:
- een m.e.r.-OBM (toetsingsgrond = uitkomst m.e.r.-beoordeling bevoegd gezag) +
- een fijnstof-OBM (toetsingsgrond = overschrijding grenswaarden PM10). Zie verder OBM-procedure.
OBM voor een inrichting type C?
Een inrichting type C kan ook OBM-plichtig zijn. Voor de OBM-plichtige activiteit zelf is geen omgevingsvergunning milieu nodig. Door combinaties van activiteiten is het echter prima mogelijk dat een bepaald bedrijf zowel een OBM als een omgevingsvergunning milieu nodig heeft.
Het is anders bij bedrijven met een IPPC-installatie. Als een activiteit deel uitmaakt van een IPPC-installatie is hij nooit OBM-plichtig (artikel 2.2a, lid 7, Bor).
Juridische basis
Artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (Bor) wijst aan in welke gevallen een Omgevingsvergunning beperkte milieutoets nodig is. De juridische basis hier voor is artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo.
Andere voor de OBM relevante bepalingen in het Bor zijn:
- Artikel 5.13a regelt dat het bevoegd gezag geen voorschriften aan de OBM mag verbinden.
- Artikel 5.13b geeft aan welke weigeringsgronden gelden voor welke OBM.
- Artikel 6.19 geeft aan voor welke OBM de Lex silencio positivo (inwerkingtreding van rechtswege) niet van toepassing is.
Wijzigingen sinds 2011
Artikel 2.2a is in het Besluit omgevingsrecht opgenomen per 1 januari 2011.
- Per 1 april 2011 zijn enkele categorieën aan artikel 2.2a toegevoegd met het Wijzigingsbesluit reparatie en modernisering milieueffectrapportage.
- Per 26 september 2012 is de indeling van artikel 2.2a en 5.13b gewijzigd met een reparatiebesluit.
- Per 1 januari 2013 zijn een groot aantal categorieën aan artikel 2.2a toegevoegd met de derde tranche en de landbouwwijziging van het Activiteitenbesluit.
- Per 1 juli 2013 is een categorie toegevoegd bij de bodemenergiewijziging van het Activiteitenbesluit. Ook is een categorie verwijderd (opbulken grond) door het Verzamelbesluit evaluatie en uitbreiding Wet Bibob.
- Per 1 januari 2016 zijn met de invoering van de vierde tranche wijziging van het Activiteitenbesluit vijf nieuwe categorieën toegevoegd en twee categorieën aangepast.