Voorlopige bestemming windturbineparken (7o)

In artikel 7o van het Besluit Uitvoering Chw staat een experiment voor het voorlopig bestemmen van windturbineparken. Het bevoegd gezag moet het plan uiterlijk voor 15 juli 2021 vaststellen.

Toepasselijke gebieden

Zie ook artikel 7o, lid 1:

  • Concentratiegebieden voor de bouw van windturbineparken in de provincie Groningen
  • Windpark Fryslân
  • Windpark de Drentse Monden en Oostermoer

Afwijking regels

  1. de bestemming van gronden
  2. waaraan het bevoegd gezag ook een voorlopige bestemming voor een windturbine toekende
  3. binnen een periode van vijfendertig jaar
  4. opnieuw vastgesteld
  • Artikel 3.1, lid 3 tot en met lid 5, van de Wro geldt niet.
  • In afwijking van de artikelen 3.2, 3.26, en 3.28 in samenhang met de artikelen 9e en 9b van de Elektriciteitswet 1998 geldt:
  1. de voorlopige bestemming
  2. voor een termijn van tussen de vijfentwintig en dertig jaar
  • In afwijking van artikel 3.26, lid 5, van de Wro
  1. mag de raad
  2. voor de duur van de termijn uit lid 2
  3. de voor de precieze locaties van de windturbines in een inpassingsplan opgenomen bestemming en voorlopige bestemming niet wijzigen
  • In afwijking van lid 1 tot en met lid 3 kan:
  1. de raad van Delfzijl
  2. in het bestemmingsplan voor het bedrijventerrein Oosterhorn
  3. voorlopige bestemmingen toekennen
  4. voor het bouwen en in werking hebben van een windturbine
  5. voor een termijn van tussen de vijfentwintig en tweeëndertig jaar
  6. als het bevoegd gezag de voorlopige bestemming toekent aan de concrete mastposities van de windturbines

Het bevoegd gezag stelt binnen een periode van zevenendertig jaar opnieuw een bestemming voor deze gronden vast. Tijdens deze periode geldt artikel 3.1, lid 3 tot en met lid 5, van de Wro niet.

Overzicht wijzigingen

De regeling staat sinds de elfde tranche in het Besluit Uitvoering Chw.

De twaalfde tranche wijzigde de termijn van 5 jaar naar 'voor 15 juli 2021'.

Achtergrondinformatie

Er is een Energieakkoord voor duurzame groei. Daaruit volgt dat Nederland in 2050 een klimaatneutrale energievoorziening wil hebben. Deze doelstelling neemt veel ruimte in Nederland in beslag en daarom is een goede inpassing nodig. Daarom legt de wetgever de mogelijkheden van windenergie nu vast in ruimtelijke plannen. Daardoor is voor iedereen zichtbaar voor welke doeleinden men gronden mag gebruiken. Aan de andere kant wil de wetgever de nadelen van een bestemming voor windenergie voorkomen.